Maandelijks archief: maart 2016

Vrolijk Voorjaar!

maaike_rondHet kan verkeren, je hoort ergens dat de HEMA geboycot moet worden – wegens de verkoop van niet-traditionele verstopeieren –  en dan ga je opeens nadenken over je eigen Paasbeleving.

Even bijpraten, het zit zo: onze nationale HEMA brengt dit jaar een Vrolijk Voorjaarfolder uit. Het was de vorige jaren een Vrolijk Pasendrukwerkje. En nou is er gedonder.

Al bladerend zie je de zoetigheid die je in deze tijd van het jaar met Pasen kan kopen. Het aangebodene heeft alles met voorjaarstradities te maken: eieren, kuikentjes, eieren verstoppen, eieren schilderen en feestmaaltijden. En niets met het lijden, sterven en de wederopstanding van Jezus Christus en het Hoogfeest van Pasen.

‘Vrolijk Voorjaar’ in plaats van ‘Vrolijk Pasen’ vind ik dus eigenlijk wel logisch. Maar HEMA-boycotters – Nederlands Erfgoedactivisten, bekend van het Zwarte Pietendebat – hebben een andere logica. Of ze hebben gewoon een beetje actiehonger.

Want het duurt toch nog altijd weer een maandje of acht voordat je, uit naam van het Nederlands Erfgoed, kunt gaan actievoeren voor het smeren van zwarte schmink op witte velletjes. Tussendoor over de naam van eieren piepen kan dan de honger stillen.

Maar goed, ik hoor dus van die boycot en snel terug naar het filiaal waar ik even daarvoor, bij gebrek aan inpakruimte, onnadenkend even een zware tas met boodschappen op een mand vol paaseieren had gezet. Dacht ik.

Het waren verstopeieren, het staat er echt!

Nieuwsgierig zoek ik naar de paasstollen en ja hoor: ‘Feeststollen’. Op zakjes met kleine eitjes staat nog wel ‘Easter’, maar dat is ‘Engels Erfgoed’ natuurlijk, dus dat telt niet als Pasen.

Ik ben juist blij met de Vrolijk Voorjaarsfolder. Want als er één feest is waar ik al sinds mijn vroegste jeugd niet vrolijk van word, dan is het wel Pasen. Kan ook aan te weinig vitamine D liggen natuurlijk.

Maar zeg eens eerlijk, zo’n Paasverhaal! Een man wordt door een lafhartige machthebber voor het volk gebracht, dat kennelijk de macht heeft te beslissen over leven of dood. Dat volk kwijt zich, zonder scrupules, van zijn taak –  aan het kruis met die man! – en de machthebberige slapjanus wast zijn handen in onschuld. Wat een feest.

De onsmakelijke details over de kruisiging bespaar ik u verder, want de bedoeling was eigenlijk dat dit een opgewekte voorjaarscolumn werd.

De Wederopstanding uit het graf moet dan de reden voor het eigenlijke feestje zijn, begrijp ik, want meer gebeurt er niet.

Helaas, geen feestje voor mij en wel hierom: a. het kan niet, uit je graf opstaan en b. kwijt ben je de man toch, want een paar weken later verdwijnt hij – op  Hemelvaartsdag – alsnog naar de hemel.

Het moge duidelijk zijn: ik vier liever het voorjaar, op een vaste dag en dan graag wat later in het seizoen in verband met het weer.

En dan koop ik lekker alles bij de HEMA.

______________________________

Reageren kan hieronder of op Facebook.

 

Muziekdoden

rob rondOver de doden niets dan goeds, maar sommige doden maken dat wel wat lastig. Neem de heren Schicklgruber en Dzjoegasjvili, beter bekend als Hitler en Stalin. Niets dan goeds is hier nauwelijks haalbaar.

Daar moest ik deze week aan denken toen ik samen met een medemuzikant een oude band nieuw leven inblies en in gedachte managers de revue liet passeren. Ik ga het hier hebben over doden, maar niets dan slechts. Eigen schuld, hadden ze maar niet dood moeten gaan.

Zo was daar ene Pee White oftewel Peter de Wit, begin jaren zeventig nog rechterhand van impresario Paul Acket in Den Haag. De Wit had bijna nog Janis Joplin in zijn auto gehad. Hij zou haar naar haar hotel brengen, maar toen hij de zangeres van ‘Mercedes Benz’ trots naar zijn splinternieuwe Opel Manta leidde, zei ze: „Must I drive in that small shitty car?” De Wit gaf gas en liet Janis staan op het trottoir.

In 1971 raakte De Wit zijn baan bij Paul Acket kwijt, nadat hij voor onze band Cobra een speaker- en versterkerpark plus drumstel had laten aanrukken en het had bestaan om de hele aankoop bij muziekhandel Saris in Rotterdam op rekening van Acket te laten zetten. Acket voelde zich bedrogen. Exit Pee White.

Nu had De Wit een gezin met jonge kinderen. Cobra scoorde wat hitjes, maar het hield niet over, dus de enige manier voor De Wit om de monden thuis te blijven voeden was de muzikanten afknijpen en sjoemelen met rekeningen. Aldus geschiedde. Toen de band een aantal jaren later ter ziele ging, bleek van de muziekinstrumenten nauwelijks iets afbetaald. De verliezers: Cobra en Saris.

Shit happens, kun je zeggen. Dat is het risico van zakendoen, van het leven dus eigenlijk. Maar De Wit liet het niet bij gesjoemel. Toen een bandje bij hem wegliep, weigerde hij in eerste instantie de gitaarinstallaties over te dragen. Een rechtszaak dreigde, dus gaf hij toe, maar veel plezier beleefden de muzikanten er niet meer aan. Nader onderzoek wees uit dat van de luidsprekers de conus met bijna onzichtbare speldeprikjes kapot was gemaakt.

Achterhouden van instrumenten en apparatuur deed ook manager Terry Knight toen zijn band Grand Funk Railroad van hem afwilde. Hij haalde die truc uit vlak voor een optreden in Madison Square Garden in New York. De band had de rechter nodig om zich vrij te worstelen van de manager, die een onevenredig deel van hun miljoeneninkomsten in zijn zak zou hebben gestoken. Die rechtszaken kostten de bandleden een fortuin.

Grand Funks ellende verbleekt bij die van Badfinger. De vier Britten hadden een vliegende start dankzij een helpende hand van Paul McCartney en George Harrison. In twee jaar tijd hadden ze vier wereldhits op hun naam staan. Een daarvan, ‘Baby blue’, belandde veertig jaar later opnieuw in de Amerikaanse hitlijsten nadat het in de Netflix-serie ‘Breaking bad’ had geklonken. Twee jongens uit deze band schreven ‘Without you’, later een monsterhit voor Harrie Nilsson en Mariah Carey.

Helaas was Badfinger al vroeg in de klauwen van manager Stan Polley terechtgekomen, een sluwe vos die de muzikanten met mooie verhalen aan het lijntje hield en hun miljoenen wegsluisde. Peperdure rechtszaken haalden niets uit en in 1975 maakte een berooide Pete Hamm een eind aan zijn leven door zich in zijn garage op te hangen. Een maand na zijn dood werd zijn dochter geboren. Afscheidsbriefje: ‘P.S. Stan Polley is een zielloze schoft. Ik neem hem met me mee.’ Zanger-gitarist Hamm was 27, Polley werd 87 en had lak aan rechters. Een van zijn slachtoffers meldt dat Polley het rechterlijke bevel om uit te betalen negeerde. Acht jaar na Hamms dood was bassist Tom Evans zo wanhopig door financiële problemen dat hij zich in zijn achtertuin aan een wilg verhing.

Daarmee vergeleken zijn de verhalen rond Frits Hirschland komisch. Hij was de manager van onze band The Hammer en van Kayak. Hirschland deed rare dingen, bijvoorbeeld een rotonde niet rondrijden maar rechtdoor sturen of een zesgangenmaaltijd in een restaurant andersom bestellen, te beginnen met ijs en te eindigen met soep. Voor de promotie van een Kayak-single  reed hij ooit te paard het gebouw van Hilversum 3 binnen. Hartstikke leuk allemaal, als je niet gauw gegeneerd raakt.

The Hammer heeft van Hirschland niet lang last gehad, want die band bestond maar kort. Daarna, zo hoorde ik van Kayakleden, had hij thuis een met naalden doorstoken pop die mijn naam droeg. Toen Kayak stopte, stond opeens de belastingdienst voor de deur van de bandleden. Wat bleek? Het geld dat naar de fiscus had gemoeten, was in de broekzak van Hirschland verdwaald. Daarna is Hirschland nog krankzinniger dingen gaan doen, zoals de ruiten ingooien bij een voormalige compagnon en zich aansluiten bij het junglecommando van Ronnie Brunswijk in Suriname. Uiteindelijk benam Hirschland zich het leven in het Amstel Hotel in Amsterdam. Mogelijk heeft hij – te laat – nog spijt gekregen van zijn zelfmoord, want in zijn maag zou een grote hoeveelheid melk zijn gevonden.

„Ik laat er geen traan om”, zei Kayak’er Pim Koopman. Het was dan wel druk op Hirschlands uitvaart, maar dat kon Koopman goed begrijpen: „Die mensen waren gekomen om zich er persoonlijk van te overtuigen dat Hirschland écht dood was.”

Al deze gedachten borrelen op bij de heroprichting van een oude band van mij. Waarover later meer.

_________________________________

Reageren kan hier.

Idioten en schurken

rob rondAls zoon van een gezagsgetrouwe eenvoudige burger treed je de wereld allicht met blauwe ogen tegemoet. Zie je het levenslicht in een milieu van politici of autohandelaren, dan kun je je een minder naïeve start voorstellen.

Met mijzelf als uitgangspunt dacht ik blauwogig dat mensen, allen gemaakt van hetzelfde spul, in beginsel even slim, muzikaal en solide waren.

De noodzaak tot bijstellen deed zich al vroeg voor. Tijdens zang op school hoorde ik harmonieën voorbijkomen die pas over generaties worden begrepen. En bij de leesles had ik stiekem het boek al uit terwijl klasgenootjes nog over de woorden van pagina drie struikelden.

Daarna begonnen volwassenen door de mand te vallen. Bij een voorloper van de Cito-toets vertelde mijn broer dat hij van ‘De Vuurvogel’ van Stravinsky hield. ‘Zeer muzikaal’, concludeerden de psychologen die de schooltest afnamen. Mijn broer kende het werk niet. Hij had die naam uit de platenkast van mijn vader. Dit voorval heeft mij met een levenslang wantrouwen jegens de psychologie opgezadeld.

Voor de jongere lezers zal ik ‘wantrouwen jegens de psychologie’ even vertalen: ‘wantrouwen richting de psychologie’, of zo je wilt: ‘wantrouwen naar de psychologie toe’. Ziezo, is dat ook weer aangepast aan de moderne tijd.

We kregen op het gym in Nijmegen een nieuwe rector. In de aula stelde hij zich voor aan de hele school met de woorden: „Ik ben van plan mij intensief met jullie te bemoeien. Ik ben van plan mij zo intensief met jullie te bemoeien dat jullie het zelf niet zullen merken.”

Ik, 14 jaar oud, dacht meteen: die vent is niks. Een paar jaar later schopte hij me van school omdat mijn haarlengte die van de Beatles begon te naderen. Dat was bemoeienis die ik wel degelijk merkte. Een klasgenote vertelde me naderhand hoe zijn bemoeienis zich nog meer uitte: tijdens schoolfeestjes drong hij zich met een borrel te veel achter de kiezen op aan meisjes op de dansvloer.

„Een crisis als die in de jaren dertig kan niet meer voorkomen”, vertelde onze leraar Engels tijdens de les, „want tegenwoordig weten ze hoe ze dat kunnen voorkomen.” De man was van 1906, dus hij heeft de crisis van 2008 niet meer meegemaakt.

Na school kwam ik in de grote boze wereld terecht. Hoe boos die wereld was, had mijn vader aan den lijve ondervonden. Hij zat in een Jappenkamp waar hij getuige was van de onthoofding van een jongen omdat die brood had gejat. Zijn jongere broer, 23 jaar oud destijds, kwam niet terug uit Bergen-Belsen. En na de oorlog betaalde onze overheid mijn vaders soldij niet uit. Hoe kan het dat die man naïef is gebleven?

In die grote boze wereld gebeurde veel. In Amerika werd een president vermoord. Een andere president had de kluit belazerd en moest aftreden. In Nederland werd Pim Fortuyn afgeknald, daarna werd Theo van Gogh aan het mes geregen. Ook bescheidener leed kwam voor. De reljournalist Willem Oltmans kreeg een schadevergoeding van miljoenen toegekend omdat de Nederlandse overheid, met name minister Joseph Luns van Buitenlandse Zaken, hem het werken onmogelijk had gemaakt.

Ook nu zie je rare dingen. Veel mensen juichen een oproerkraaier aan het hoofd van een ledenloze partij toe, een man die de parlementaire omgangsvormen heeft verrijkt met ongenuanceerde taal. Kut wel eigenlijk.

Dachten velen wellicht dat het na de Tweede Wereldoorlog met veroveringsoorlogen in Europa gedaan was, bestaat Rusland het om een schiereiland in te pikken dat rechtens een ander land toebehoort. En Amerika is in de ban van een presidentskandidaat die niet alleen blond oogt, maar ook klinkt: er is niks mis met zijn handen en een zeker lichaamsdeel is ook pico bello in orde. Moet deze man in het machtigste land ter wereld over leven en dood gaan beschikken?

In een zo rommelige wereld, waarin hoge bomen ook raar doen, mag je blij zijn met structuren die de zaak enigszins bij elkaar houden en geschillen dempen door het gesprek. De Europese Unie is zo’n structuur. Daarin werken landen samen die elkaar in voorbije eeuwen meer dan eens naar het leven stonden: Frankrijk en Duitsland. Hoe dom, hoe kortzichtig moet je zijn om door die samenwerking een streep te willen zetten?

We zullen wereldwijd, ook bij ons, last blijven houden van idioten en schurken. Met ons allen zijn we beter af binnen een club van gedeelde belangen. Er zijn halfzachten die deze club het liefst om zeep willen helpen. Trap er niet in!

_________________________________

Reageren kan hier.