Maandelijks archief: februari 2018

Bedrog als sleutel (7)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 | Deel  7 Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

Je kunt allerlei mooie plannetjes bedenken waar de rest van de wereld zich maar naar heeft te schikken, maar zo’n kluizenaarsbenadering wil nog wel eens mislukken. Dus toen mijn eega en ik besloten haar negenjarige neefje Tim te redden van een Russisch weeshuis, polste ik eerst maar eens even de Moskouse ambassade van ons woonland Duitsland.

‘Geachte Duitse ambassade, is het mogelijk om voor die jongen een visum te krijgen en wat is daarvoor nodig?’

Nog diezelfde dag, op dinsdag 16 mei vorig jaar, kreeg ik per mail een antwoord van medewerkster S. Zij schreef, kort samengevat: ja hoor, vraag maar een visum aan, doe de rechterlijke uitspraak erbij waarin staat dat de moeder het ouderlijk gezag kwijt is, dat de tante voogd is geworden en dat de Russische overheid instemt met emigratie van het kind.

Hartelijk welkom dus in Duitsland, concludeerden wij. Op officiële websites melden de Duitsers dat kinderen zich altijd bij hun ouders in Duitsland mogen voegen. De eigen kinderen zonder meer, maar andere familieleden alleen ter vermijding van buitengewone hardheid, waarbij aan het welzijn van het kind groot belang wordt gehecht. In allerlei Duitse wetten staan ook prachtige teksten, bijvoorbeeld dat de overheid niet nodeloos kinderen in tehuizen moet plaatsen.

Een kind verliest zijn moeder. Vind ik behoorlijk hard. In zijn thuisland is er geen familie om hem op te vangen, het weeshuis dreigt. Buitengewoon hard. En waar vraagt het welzijn van het kind om? Dat Tim bij familie blijft, in dit geval zijn tante in Duitsland.

Zes weken wachten we op het visum. Niks. Acht weken. Nog steeds niks. ‘Komt er nog wat van?’, vraag ik aan de ambassade. ‘Nog geen nieuws van de vreemdelingendienst’, luidt het antwoord. Die zit in Kleef en moet toestemming geven. Weer drie weken stilte.

Na elf weken opeens een mail, gericht aan mijn eega. Haar naam is verkeerd gespeld. ‘Jammer genoeg bent u geen EU-burger’, schrijft de ambassade, ‘want u heeft niet de Nederlandse nationaliteit. En dus kan het kind op die grond niet naar Duitsland komen. Afgewezen.’

Hè wat? Dat Nederlandse paspoort hebben we op de ambassade getoond en we hebben een kopie afgegeven. Wel even corrigeren graag.

De ambassade, binnen een uur: ‘Oeps, we trekken ons besluit in. Nieuw besluit: de tante is wel Nederlandse, maar voor een neef gelden de EU-migratieregels niet. Afgewezen.’

En die hardheid dan?

Ambassade: ‘Als een kind naar een weeshuis moet, is dat hard. Dat geldt voor elk kind, niet alleen voor het neefje. Daarom is hier sprake van gewone hardheid, niet van buitengewone hardheid. Gewone hardheid, daar geven we geen visum voor.’

Eerder repte de ambassade met geen woord over die hardheid, niet in mei en niet bij latere contacten. Inmiddels weet ik hoe je het probleem van die hardheid oplost: je verzint onontkoombare mishandeling door een gewelddadig familielid, of ander lijden, bijvoorbeeld geestelijk, klopt op wat deuren in het land van herkomst om zoiets officieel bevestigd te krijgen en voilà – er is sprake van een buitengewone situatie waar alleen jouw kind last van heeft en alle andere niet. Bedrog als sleutel tot westerse barmhartigheid.

Jaren geleden, toen ik nog in de Sovjet-Unie woonde en dat land de eigen burgers verbood naar het buitenland te reizen, voorspelde ik: als Rusland de grenzen ooit opengooit, gooit het Westen ze dicht. Wat ik niet had voorzien, is dat ik er persoonlijk last van zou krijgen. We leven in xenofobe tijden.

Behalve een grote teleurstelling is de visumweigering nog een dure grap ook. Tel advocaatkosten, vliegtickets en gelegaliseerde vertalingen bij elkaar op en je komt uit op duizenden euro’s. Intussen woont mijn eega al sinds 12 mei 2017 in Moskou.

Adopteer het kind maar, suggereert de Duitse ambassade in een opwelling van ruimhartigheid, dan krijg je dat visum wel.

Overbodige aansporing, daar waren we al mee bezig. Ook heb ik voor mezelf een Russische verblijfsvergunning aangevraagd. Tim heeft vandaag nog een gezin nodig. Als we in Duitsland en Nederland niet voor hem mogen zorgen, dan maar in Rusland.

(Wordt  vervolgd)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 | Deel  7 Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

 

________________________________

Reageren kan hier.

Drionvergoeding

Organen doneren of niet? In principe mogen mijn onderdelen zonder mij verder, maar ik heb wel een zwarte lijst. Mijn spul mag niet belanden in de lijven van Geert Wilders of Thierry Baudet, om maar eens een paar namen te noemen. En wie zelf geen donor is, moet ook niet in mijn knekelzak kunnen shoppen. Bovendien wil ik niet dat straks iemand over mijn longen gaat roken. Daarvoor heb ik ze niet opgekweekt. Mijn hoornvliezen mag Geert of Thierry wel hebben, misschien dat ze dan met een frissere blik naar de wereld gaan kijken.

Nou loop ik al 68 jaar rond op deze aardkloot, dus de vraag is of ik met mijn weefsels nog iemand een plezier kan doen. Daar bestaan criteria voor. Mijn hart is afgeschreven, dus dat mogen Wilders en Baudet eigenlijk wel hebben, maar een lever en nieren gaan eeuwig mee, dus die krijgt dat tweetal niet. Mijn dunne darm was tot 2000 geldig, dus die is inmiddels alweer achttien jaar over de houdbaarheidsdatum. Uitermate geschikt voor PVV’ers of FvD’ers.

Ik moet trouwens niet aan kanker komen te overlijden, want dan zakt mijn restwaarde algauw tot nul. Ook wie sneeft door aids of hondsdolheid hoeft geen blijf-uit-mijn-lijfverklaring te overleggen.

Wanneer ben je dood genoeg om te worden geoogst? Toch wel een soort van hamvraag. Op het wereldwijde web doen griezelverhalen de ronde over comapatiënten die tegen ieders verwachting in weer bijkwamen en vervolgens gesprekken konden herhalen over stekkers die dokters eruit wilden trekken om organen te scoren. Maar ja, misschien is dit de moderne variant van skeletten in opgegraven kisten wier klauwen in het deksel een wanhopige ontsnappingspoging suggereren. In feite heb je dus de keuze tussen schijndood gekist en schijndood geplukt. In het laatste geval profiteert het algemeen nut, dat dan weer wel.

Even een tussendoortje over comapatiënten. Koning Willem-Alexander kwam bij de troonrede van 2013 op de proppen met de participatiesamenleving. Zijn broer Friso was na anderhalf jaar coma kort tevoren overleden. Zouden de Oranjes dat participatieprincipe in de praktijk hebben gebracht? Friso’s weduwe Mabel had zich eerder een voorstander van orgaandonatie betoond. Als er hoogwaardig prinselijk materiaal naar nieuwe eigenaren is gegaan, heeft dat de openbaarheid in ieder geval niet bereikt. Jammer, gezien de voorbeeldfunctie van dergelijke hooggeplaatsten.

Terug naar volks niveau. Helaas koester ik een licht wantrouwen jegens de medische stand sinds een enthousiast verpleegstertje op de gang van het ziekenhuis waar mijn moeder ooit lag, spontaan euthanasie begon aan te prijzen. De gedachte aan dat voorval laat mij al bijna een kwarteeuw niet los. Komt zoiets vaak voor? Ben ik bij een dokter wel in betrouwbare handen? Wie daaraan twijfelt, vindt orgaandonatie een eng idee.

En wat als jouw dood je gezin in armoede stort? Ik heb een redelijk pensioen, maar mijn Russische eega duikt na mijn verscheiden onder de armoedegrens. Voor mij daarom geen vervroegde dood in de vorm van euthanasie, dus dan worden mijn reserveonderdelen ook weer ouder en waardelozer. Een Drionvergoeding voor mijn toekomstige weduwe wegens gederfde inkomsten mag natuurlijk niet, want dat zou neerkomen op euthanasiesubsidie of orgaanhandel. Doorleven is voor mij de enige optie.

Wedden dat de bedenkers van de orgaandonatiewet aan dit soort dingen niet hebben gedacht? Daar durf ik uw hand voor in het vuur te steken. Niet uw organen, dat zou zonde zijn.

________________________________

Reageren kan hier.

Ontevreden burger? (6)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 Deel 7Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

Straks trekt duizend jaar Duitse humor aan ons raam voorbij: de Frühschoppenzug. Dit jaar mogen op last van de gemeente voor het eerst carnavalskarren via hun reuzenspeakers hun pornofonie niet meer straffeloos het publiek in slingeren, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat Prinz Markus der Treffende, de Krunekroane en de Funkenmariechen hun dansjes niet onder een gefluisterde ‘Rosamunde’ hoeven uit te voeren. Twee uur gedreun moeten we er jaarlijks voor over hebben om in de Duitse grensregio te wonen. En ach, je moet ze ook wat gunnen, die Duitsers, want vanaf dinsdag zijn ze weer hun stijve, zure en chagrijnige zelf.

Hoe rigide mijn huidige landgenoten in het leven staan, mocht ik afgelopen week weer eens ervaren. Acht weken zou ons Russische pleegkind Tim in Moskou maximaal op zijn Duitse visum moeten wachten, dus in de negende week trok ik maar eens aan de bel. Er volgde zowaar enige beweging.

‘Jullie hebben een visum aangevraagd op grond van jullie EU-burgerschap’, mailde de Duitse ambassade vanuit Moskou, ‘maar dat geldt alleen voor ouders en kinderen, niet voor tante en neef.’

Nee, wij hadden drie gronden voor een visum gegeven: voogdij, hardheidsclausule en EU-burgerschap. En wat doen de Duitsers? Ze pikken er uitgerekend de grond uit waaraan we kennelijk niet voldoen en negeren de rest.

‘Wilt u nu gaan voor de hardheidsclausule?’, boden ze gul aan. Hallo zeg, dat hadden we dus al aangegeven.

Daarna bleef het weer ruim een week stil. Achter de carnavalsmaskers voor ons huis vandaag zitten misschien ook de ambtenaren die over Tim moeten beslissen en nu vijf dagen vrij hebben om een jaar frustratie af te reageren, terwijl mijn eega en pleegzoon in Moskou de elfde week ingaan van wachten op een visum dat er misschien helemaal niet gaat komen.

‘Negen maanden leeft ons gezin nu al gescheiden’, schrijf ik aan de Duitse ambassade. ‘In die negen maanden heeft de dochter van vrienden een tweeling gekregen. De natuur kan het, waarom de bureaucratie niet?’ Jaja, ik weet hoe ik vrienden moet maken.

Of we wel even details van die ‘hardheid’ willen opsturen, vraagt de ambassade, gedocumenteerd en wel. Sorry hoor, maar wij hebben geen videobeelden waarop de jongen gemarteld wordt. De Duitse wet stelt met de nodige pathos dat kinderwelzijn een grote rol speelt bij de visumverlening, en de overheid moet zien te voorkomen dat kinderen in een weeshuis belanden, maar her en der op het wereldwijde web staan waarschuwingen dat een visum ter vermijding van hardheid zelden wordt verleend. Zoals Somalische kindertjes volgens de Nederlandse IND naar Somalische maatstaven geen onaanvaardbare toekomst tegemoet gaan als ze ouderloos door de straten zwerven en hun eten uit vuilnisbakken halen, zo kunnen de Duitsers goed van mening zijn dat voor Russische kindertjes een Russisch weeshuis niet neerkomt op buitengewone hardheid.

Maar goed, laten we de Duitsers het voordeel van de twijfel gunnen. Ze hebben drie maanden om ja of nee te zeggen. Daarna kunnen we ze wegens nalatigheid voor de bestuursrechter slepen. Zou het vreemdelingenbureau in Kleef, dat de zaak aan het rekken is, het zover laten komen?

„Dat kun je gerust aan ze overlaten”, zegt een medewerkster van vluchtelingenorganisatie Caritas in Kleef. „Nee, de wettekst op de nalatigheidsklacht hoef ik niet te lezen, die ken ik uit mijn hoofd.”

Op straat voor het vreemdelingenbureau in Kleef herken ik opeens lotgenoten. Er staan mensen met een donkere huid uit exotische oorden. Om een ambtenaar te spreken moet je ’s ochtends om half vier in de rij gaan staan, vertelt de Caritas-dame, anders red je het niet voor sluitingstijd. En nee, je kunt niet op afspraak komen.

Als lotgenoot zie ik ook Urho Engels, die vorige week de regionale krant haalde omdat hij Nederland uit moet. Hij werd 59 jaar geleden geboren in Nijmegen als Nederlander, met Nederlandse ouders die, toen hij twee jaar was, naar de VS emigreerden. In de loop van zijn werkende leven werd hij Amerikaan en dan zegt Nederland: toedeloe, je hoort er niet meer bij. Deze geboren Nederlander heeft een eigen inkomen uit de VS, kost Nederland geen cent, spreekt de taal, maar moet gewoon weg. Regels zijn regels. Ordnung muß sein. Befehl ist Befehl.

Wij leven in een democratie en kennelijk is in Nederland en Duitsland de gang van zaken rond Tim, Urho en de uit vuinisbakken etende Ariane wat de meerderheid wil. Laat ik nou tot de minderheid behoren. Maar heel vreemd: wie ik ook tref in Nederland en Duitsland, niemand verdedigt de regels en iedereen spreekt er schande van. Zou ik bezig zijn een ontevreden burger te worden?

(Wordt  vervolgd)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 Deel 7Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

 

________________________________

Reageren kan hier.