Maandelijks archief: april 2018

Oranje boven! (9)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5Deel  6 | Deel  7 | Deel  8 Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

De norm is wat je als kind met de paplepel krijgt ingegoten. Mijn paplepel was een kleuterschool waar Nederlands-hervormd werd gebeden, levertraan was in de winter vaste prik, Eine kleine Nachtmusik lag als vinyl op onze grammofoon, Sinterklaas en Zwarte Piet waren graag geziene gasten, Wim Kan nam met oudjaar op onze radio de politiek te grazen, thuis hadden wij een rationele vader en een emotionele moeder.

Op vakantie gingen we niet, andere landen kende ik niet, maar ik wist zeker dat de dingen zoals ik ze thuis kende, in heel Nederland eigenlijk, normaal waren en dat het er in de rest van de wereld net zo aan toe moest gaan. Wel kwam ik er soms achter dat afwijkingen van de norm voorkwamen, bijvoorbeeld toen ik een vlag zag hangen in een tuin aan de Nijmeeg­se Postweg.

„Waarom hangt de vlag uit?”, vroeg ik als kind van zes aan een mevrouw in die tuin.

„De vlag hangt halfstok”, legde die mevrouw uit, „omdat er iets verdrietigs is gebeurd. De Russen zijn Hongarije binnengevallen.”

Achteraf ben ik nog steeds verbaasd dat ik op die leeftijd kennelijk kon begrijpen wat Russen en Hongarije waren en dat een land binnenvallen geen goede zaak is.

Aan allerlei kleinere afwijkingen in mijn omgeving stoorde ik me op die leeftijd intussen wel. Katholieke kinderen zeiden: ‘Leid mij niet in bekoring’, terwijl ik precies wist dat het ‘Leid mij niet in verzoeking’ moest zijn. En ik hoorde nooit een orgel in hun kerk. Bovendien mocht je daar op elk tijdstip binnen komen vallen. Wat een zootje.

Normwaan heerst en niet alleen kinderen bezondigen zich eraan. Over een aardbeivlek op het been van onze dochter zei de gynaecoloog die in Nijmegen de bevalling deed: „In apenlanden als Frankrijk laten ze die vlek weghalen, maar niet doen, hij verdwijnt vanzelf.” Toen we in ons woonland Rusland aankwamen, zei een kinderarts: „Weghalen!” Wij: „Niet nodig, verdwijnt vanzelf.” De arts: „Nou, daar heb ik nog nooit van gehoord.”

Nee, als je zo’n vlek altijd weghaalt, merk je ook nooit dat zoiets vanzelf verdwijnt.

De Nederlandse arts had wel gelijk, maar de houding is hautain. In een geval als dit kun je je gelijk nog wel aantonen, maar soms zijn de verschillen een kwestie van voorkeur. En dan kun je van de Nederlandse normwaan zelfs behoorlijk last hebben. Zoals wij nu in Rusland ondervinden.

Voor pleegkind Tim hadden wij in Moskou een visum voor onze vakantie naar Nederland aangevraagd. Uit de idiote vervolgvragen – ‘Hebben jullie toestemming van de voogd?’, terwijl mijn eega de voogd is en dus kennelijk zichzelf toestemming moest verlenen – begreep ik dat er iets niet pluis was. En prompt kwam er een afwijzing. Waarom? Wij zouden doel en omstandigheden van de reis onvoldoende hebben aangetoond.
Hé hallo, vakantie!

Na mijn brief op poten aan de Nederlandse ambassade mochten we de aanvraag opnieuw indienen. Ook nu weer onbegrijpelijk uitstel en een idiote reactie: „De eigenlijke adoptiemoeder Valentina K. moet toestemming voor de reis geven.”

Eigenlijke adoptiemoeder? Er was nooit een adoptie geweest. Valentina, zuster zowel van Tims moeder als van mijn eega, was de vorige voogd geweest, maar zij had wegens zware privé-omstandigheden van de voogdij moeten afzien.

Hier komt de norm om de hoek kijken. In Nederland stelt de rechter de voogd aan, in Rusland is daar een voogdijorgaan voor. Die instantie had na Valentina’s afhaken mijn eega als voogd aangesteld.

Niks mee te maken, aldus de ambassade. De rechter heeft Valentina aangesteld, dus die is voogd.

„Nee ambassade, oudste zus Valentina was als voogd aangesteld door het voogdijorgaan. De rechter had haar voogdij in een vervolgzaak alleen maar geconstateerd.”

De Nederlandse norm is de juiste, onze overheid onvermurwbaar: „Ofwel je laat de aanstelling van je vrouw als voogd door de rechter bekrachtigen ofwel voogd Valentina geeft notariële toestemming voor de reis.”

Er is geen Russische rechter waar je terechtkunt voor inwilliging van deze Nederlandse eis. Samengevat is hier sprake van het volgende.

Nederland, bij monde van de ambassade: mevrouw Vunderink, u bent niet de voogd, de voogd is Valentina, dus zij moet toestemming geven voor de reis van het kind.

Rusland, bij monde van de notaris: Valentina, u bent niet de voogd, de voogd is mevrouw Vunderink, dus u kunt geen toestemming geven voor de reis.

Aangezien Nederland de norm is, ligt de fout bij Rusland: de Russen weigeren te snappen dat volgens de superieure Nederlandse rechtspraktijk een rechter de voogd moet aanstellen en dat een voogdijorgaan in dezen onbevoegd hoort te zijn. Maar dat pepert de Nederlandse ambassade de Russen behoorlijk in: voor ons negenjarige Moskouse pleegkind opnieuw geen visum.

Oranje boven!

(Wordt vervolgd)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5Deel  6 | Deel  7 | Deel  8 Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

________________________________

Reageren kan hier.

Bureaufobie (8)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5Deel  6 | Deel  7 | Deel  8 Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

Bureaufobie. Ik dacht dat ik dat woord zelf had verzonnen, maar het blijkt al te bestaan. En mensen die de term eerder gebruikten, blijken dat om dezelfde reden te doen als ik: het beklemmende gevoel dat je niet aan de eisen van de overheid kunt voldoen. En dat straf je verdiende loon zal zijn. Het belastingaangiftegevoel, zal ik maar zeggen.

Belastingaangifte. Alleen het jargon al. „Weet jij wat een forfaitair bedrag is?”, vroeg ik aan verschillende vrienden met goede opleidingen. Ze wisten het niet. „Een vast bedrag”, legde ik uit. Een vriendin, verontwaardigd: „Waarom zeggen ze dat dan niet.” Waarom wel? Het volk hoeft niet alles te snappen.

Mijn bureaufobie meende ik ooit te hebben afgeschud toen ik Rusland verliet. In Nederland kende ik deze loden last niet. Nog niet.

Russisch voorbeeldje. Medio jaren tachtig probeerde ik in mijn nieuwe woonplaats Moskou op grond van mijn Nederlandse rijbewijs een Sovjetrijbewijs te krijgen. Nee, zeiden ze bij de verkeerspolitie, u moet examen doen.

„Laat maar zitten”, zei ik tegen de geüniformeerde dame achter het loket, „rijden doe ik toch.” Onmiddellijk begon ze een formuliertje in te vullen.

„Wat bent u aan het doen?”, wilde ik weten.

„Ik schrijf een bekeuring uit”, zei ze, „want u mag geen auto besturen.”

„Wacht even, dat heeft u niet zelf geconstateerd. Bekeurt u mij op grond van wat ik zelf zeg?”

„Ja.”

„Dan zeg ik nu wat anders: ik rijd geen auto.”

„U denkt zeker dat u de ene keer dit en de andere keer dat kunt zeggen”, snibde de dame.

„Ja.”

Ze verscheurde de bon. Ik ben in Moskou jaren door blijven rijden zonder Sovjetrijbewijs. Vaak aangehouden, er nooit voor bekeurd.

Niet alle voorbeelden zijn lollig. Als het gaat om zaken van levensbelang, laat je grapjes wel uit je hoofd. Zaken van levensbelang zijn visa, verblijfsvergunningen, gezinshereniging. Voldoe je niet aan de eisen, dan kun je gescheiden worden van je dierbaren. Google eens op de woordencombinatie ‘visum Nederland afgewezen’: ruim 21.000 hits. Lees de reacties van wanhopige Nederlanders.

Ik had het voorspeld: als de Sovjet-Unie haar grenzen opengooit, gooit het Westen ze dicht. Et voilà.

Afgelopen week dook de fobie weer op. Via Russen, maar vanuit Nederland aangestuurd. We vroegen een visum aan voor ons Moskouse pleegkind Tim zodat hij tijdens de zomervakantie mee kan naar Nederland. Formulier ingevuld, paspoort ingeleverd bij het officiële Russische tussenbureau waar Nederland, Denemarken en andere EU-landen gebruik van maken.

Telefoontje. „Waar is het Schengenvisum van de pleegmoeder?”

„Sinds wanneer heeft zij als Nederlands staatsburger een visum nodig voor Nederland?”

„O, stuur dan een kopie van haar Nederlandse paspoort.”

Gedaan. Telefoontje. „Waar is het Schengenvisum van de pleegmoeder?”

„Sorry, maar die vraag heeft u al gesteld. Zij heeft geen Schengenvisum, dat zal er ook nooit komen, want zij heeft een Nederlands paspoort. We hebben u een kopie gestuurd.”

„Kunt u dat nog een keer doen? En toestemming van de moeder graag om het kind mee te mogen nemen naar Nederland.”

„Hoezo toestemming van de moeder? Mijn vrouw is wettelijk voogd en we hebben u een kopie gegeven van haar aanstelling.”

„Is de moeder uit de ouderlijke macht gezet? Dan de rechterlijke uitspraak graag. En een kopie van uw vliegtickets.”

„Vliegtickets? Welke vliegtickets?”

„U moet vliegtickets overleggen voor de terugreis.”

„Welke terugreis? We kopen onze tickets zodra we onze reisdatum hebben bepaald. Eerder niet.”

„O ja? Nou, en we moeten ook nog een verklaring van de school hebben dat hij op vakantie mag.”

Idiotie. Alle Russische scholen zijn dicht van 1 juni tot 1 september. Nogal logisch dat het kind dan op vakantie mag. Maar wat blijkt? Als een Rus geen verklaring van zijn werkgever of een onderwijsinstelling kan overleggen, krijgt hij geen visum vanwege ‘vestigingsgevaar’. Jargon voor: hij zal wel illegaal in Nederland blijven hangen.

En of we de salarisstroken van mijn broer, die ons pleegkind heeft uitgenodigd, over de laatste drie maanden ook ter inzage sturen.

„Niet mijn broer betaalt, maar wij zelf.”

„Dan uw loonstrookjes, graag.”

„En als ik miljonair ben?”

„U moet zelf weten of u iets wilt sturen of niet. Het visum hangt af van de informatie die u verstrekt.”

Komende week levert een koerier het paspoort van ons pleegkind af op ons Moskouse adres. Zal er een visum in het paspoort zitten of krijgen we er een afwijzingsbrief bij? Ik bel. Die informatie geven we niet, aldus het Russische visumbureau.

Met dit gevoel van onzekerheid kampen veel Nederlanders en medelanders regelmatig. Wat gaat de Nederlandse overheid doen? En hoe bescherm je je als burger tegen onrecht en willekeur?
The times they are-a changing.  En mijn bureaufobie neemt toe. Nota bene in mijn eigen land.

(Wordt vervolgd)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5Deel  6 | Deel  7 | Deel  8 Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

________________________________

Reageren kan hier.