De veiligheid van het Westen is in het geding. Meer conflicten dreigen langs de randen van Rusland, in onder meer Letland en Estland. Hoe stop je Poetin? Europa en de VS moeten de Russische leider duidelijk maken dat hij niet weg zal komen met zijn annexatie van de Krim en zijn poging tot het lostornen van stukken Oost-Oekraïne. Anders volgt een verdere onttakeling van de naoorlogse wereldorde. Daarvoor waarschuwen Ruslandkenners. Dat was in 2014, toen ik dit stuk schreef. Lees en huiver.
Volgens Moskou is het precies andersom. De veiligheid van Rusland loopt gevaar. NAVO en EU zijn opgerukt tot aan de Russische grenzen. Had het Kremlin de Krim niet geannexeerd, dan zouden er Amerikaanse oorlogsschepen komen te liggen. Stellen de Russen.
Er zijn ook feiten. Feit is dat Oekraïne sinds 1991 een zelfstandig land is. Feit is ook dat Moskou drie jaar later het Memorandum van Boedapest ondertekende. Daarmee bekrachtigden de Russen de Oekraïense onafhankelijkheid en zagen zij af van geweld of dreiging met geweld tegen dat land.
Feit is ook dat de geheimzinnige ‘groene mannetjes’ die de Krim begin dit jaar hielpen bezetten, Russische militairen waren, zoals Poetin later op de nationale televisie toegaf. De Russische president blijft wel ontkennen dat zijn leger actief is in Oost-Oekraïne, maar kende niettemin postuum een militaire orde toe aan de 22-jarige Russische beroepssoldaat Aleksej Zasov, die daar in augustus omkwam.
Voor Oekraïne begon de ellende eind 2013. De pro-Russische president Janoekovitsj zag onder druk van het Kremlin plotseling af van samenwerking met de EU. Na straatprotesten, ruim honderd doden door sluipschutterskogels en een politieke revolutie zit er in Kiev een nieuwgekozen pro-Europese, anti-Russische regering. De Russen is dit een doorn in het oog, want zij vinden zichzelf en de Wit-Russen en Oekraïners eigenlijk hetzelfde volk, dat in één staat thuishoort. Boekdelen spreekt Poetins opmerking tegenover president Bush in 2008: „Je weet toch wel, George, dat Oekraïne helemaal geen staat is?”
„De Russen vinden dat Oekraïne eigenlijk een aanslibsel is van Rusland”, zegt historicus Marc Jansen, schrijver van het boek Grensland. „De Oekraïners hadden van de 9e tot de 13e eeuw een staat met Kiev als hoofdstad en vragen zich af met welk recht de Russen zich dat nationale verleden hebben toegeëigend. Waarom zou dat het begin van de Russische staat zijn en niet van de Oekraïense?”
Sinds die eerste periode kwamen er belagers van alle kanten en hebben talloze overheersers in het grensland huisgehouden: Mongolen oftewel Tataren, Russen, Polen, Turken, de Habsburgers, Duitsers. Een scheidslijn tussen oost en west vormt de Dnjepr, die door Kiev stroomt. Ruwweg scheidt de rivier de gebieden waar Russen en Polen heersten.
De Tweede Wereldoorlog begon met de Duitse invasie van westelijk Polen. Onderbelicht blijft vaak de gelijktijdige Sovjet-invasie van Polen vanuit het oosten. Londen en Parijs verklaarden wel Hitler, maar niet Stalin de oorlog. Na de oorlog raakte Duitsland het bezette Poolse gebied kwijt, maar de zegevierende Sovjetbezetter behield zijn wingewest. Sindsdien behoort de streek rond de stad Lviv tot Oekraïne, eerst binnen de Sovjet-Unie, later als zelfstandig land.
Steeds nieuwe overheersers brengen de bevolking van een gebied zelden vreugde, maar groter menselijk lijden dan in het grensland onder Stalin en Hitler is nauwelijks denkbaar. De Amerikaanse historicus Timothy Snyder laat in zijn boek Bloedlanden geplande hongersnoden, deportaties, massamoorden en etnische zuiveringen de revue passeren. In wreedheid doen Duitsers en Sovjets niet voor elkaar onder. Snyder merkt op dat de moordmachine van Stalin veel efficiënter was dan die van Hitler.
Miljoenen mensen kwamen om van de honger door de gewelddadige afschaffing van de privélandbouw en excessieve vorderingen van graan en andere landbouwproducten. Het hongerjaar 1932-’33 staat bekend als ‘Holodomor’ en is door het Oekraïense parlement tot genocide verklaard. Ook in Sovjet-Rusland stierven velen van honger, maar Oekraïne werd het zwaarst getroffen. De Holodomor staat in het nationale geheugen van Oekraïne gegrift en wordt Rusland aangerekend.
Poetin en de Russische media slaan Oekraïne graag om de oren met de beschuldiging van fascisme. Hier staat de figuur van Stepan Bandera centraal, een West-Oekraïense activist, die voor de Tweede Wereldoorlog eerst een wrede strijd voerde tegen de Poolse machthebbers en vanaf 1939 tegen de Sovjet-bezetter. Toen Hitler in 1941 de Sovjet-Unie binnenviel, koos Bandera de kant van de Duitsers volgens het principe dat de vijand van de vijand een vriend is. De nazi’s waren van Bandera’s activisme aanvankelijk niet gediend en stopten hem in een concentratiekamp. In 1944 lieten ze hem vrij in de hoop dat hij de opmars van het Rode Leger kon vertragen. Daarna leidde hij een partizanenstrijd tegen zowel Poolse communisten als de Sovjetautoriteiten, totdat hij in 1959 op 50-jarige leeftijd zieltogend op straat werd gevonden in München, vergiftigd door een KGB-agent.
Bandera bestreed de Sovjetbezetter vanaf 1944 zij aan zij met de nazi’s. Daarom was hij volgens Moskou een fascist. In Oekraïne wordt hij geëerd als vrijheidsstrijder en dus zijn volgens de Russen alle Oekraïners fascist. De term fascist heeft voor de Russen nog maar één betekenis: vijand. De wereld bestaat grofweg uit twee partijen: nasji – de onzen – en fascisten. Hoor je niet bij de onzen, dan ben je fascist. Heeft een van de onzen fascistische sympathieën, dan is hij geen fascist want geen vijand.
Oekraïners zijn Klein-Russen, provinciaaltjes die bij Rusland horen, zonder eigen staat en taal, beweren Russen graag. Historicus Jansen moet erom lachen. „Oekraïens is niet een dialect van het Russisch, maar een aparte taal. Dat vinden ook taalkundigen. Het is vergelijkbaar met Nederlands tegenover Duits.”
De taal bepaalt in Oekraïne niet de nationaliteit. Jansen: „In het oosten spreken ze overwegend Russisch, in het westen Oekraïens. Maar Kiev, waar de bevolking pro-Oekraïens en pro-Europees is, ligt in het westen en is toch Russischtalig. In 1991 stemde bij een referendum 90 procent van de hele Oekraïense bevolking voor onafhankelijkheid van Moskou. Ook de overwegend Russischtalige Krim stemde in meerderheid voor. Zelfs in Loegansk en Donetsk, nu rebellenbolwerken in het oosten, is de bevolking in meerderheid voor de Oekraïense onafhankelijkheid, hoewel de verhoudingen door de strijd nu danig zijn vertroebeld.”
Volgens Snyder zou het een fatale vergissing zijn om te denken dat de strijd in Oekraïne louter om twee grensgebieden gaat. „Hier staat de huidige wereldorde op het spel. Een autoritaire staat is een democratisch buurland binnengevallen en heeft daar aan landjepik gedaan. Deze annexatie is een ongehoorde daad in het naoorlogse tijdperk. Poetin kijkt nu hoe ver wij hem laten gaan om te bepalen wat hij nog meer kan ondernemen. Cruciaal is hoe het Westen daarop reageert. Laat je dit lopen, dan heb je in feite al verloren.”
Rusland voert oorlog op een manier die je niet verwacht van een grote mogendheid. Stiekeme operaties door milities in onherkenbare uniformen met voertuigen zonder kentekens zijn van oudsher methoden van partizanen in hun strijd tegenover een oppermachtige staat. Rusland gedraagt zich nu als een David, terwijl de Russische militaire machine tegenover het nauwelijks bestaande Oekraïense leger een Goliath is.
Door de strijd stiekem te houden kan het Kremlin de eigen bevolking wijsmaken dat er geen oorlog wordt gevoerd. Oorlog is in Rusland niet populair. Leugens en propaganda dienen ook om de publieke opinie in het economisch oneindig veel sterkere Westen te beïnvloeden en de Europeanen en Amerikanen uit elkaar te spelen.
Snyder wijst erop hoe gehaaid de Russen het publiek bespelen door het zaaien van verwarring. „Er is een Maleisisch passagiersvliegtuig neergehaald en dan laat de Engelstalige tv-zender Russia Today vijf zogenaamde deskundigen opdraven die allemaal een ander verhaal vertellen: het was een Oekraïense raket, een Oekraïens vliegtuig, ze wilden eigenlijk Poetin uit de lucht schieten enzovoort. De juiste versie mag er ook tussen zitten, maakt niet uit. Het publiek krijgt dan zo veel versies te horen dat het uiteindelijk niets meer gelooft. Wat erger is, dat publiek verliest elk vertrouwen in journalisten, historici en politici. Zo werkt de Russische propaganda.”
Zand in de ogen strooien is in Rusland niet nieuw. Toen tsarina Catharina de Grote in 1787 een bezoek bracht aan Novorossia, het Nieuw-Rusland dat Poetin probeert te herscheppen in Oekraïne, liet haar adviseur en minnaar Potjomkin er fraaie gevels aanbrengen om de indruk van welvarende dorpen te wekken.
Snyder beschrijft in Bloodlands hoe in augustus 1933, tijdens de Holodomor, de Franse politicus Edouard Herriot een bezoek bracht aan Kiev. Winkeletalages die het hele jaar leeg hadden gestaan, waren opeens gevuld met levensmiddelen. Die waren niet te koop, ze stonden er om Herriot te beduvelen. De bevolking had de straten moeten schoonmaken. Agenten, strak in nieuw uniform, hielden het publiek op afstand. Herriot werd over de imposante hoofdstraat Kresjtsjatik door het centrum van Kiev gereden. Vanuit verschillende steden hadden partijmensen auto’s laten aanrukken om de stad een druk en welvarend aanzien te geven. Zo kon Herriot naar West-Europa terugkeren om enthousiast te getuigen van ‘het socialistisch élan’ dat de Sovjet-Unie in Oekraïne wist te handhaven. De van Herriot weggehouden hongersnood kostte in dat jaar miljoenen Oekraïners het leven.
In het vermogen van ondemocratisch Rusland om in westerse democratieën partijen uit elkaar te spelen ziet Snyder het grootste gevaar van nu. Mocht Rusland daarin slagen, dan krijgt het de vrije hand om buurlanden te destabiliseren. De Oekraïense crisis is in feite een Europese crisis. En daarmee een wereldcrisis.