Weg met de volkswil!

rob rondHeb ík dat nou alleen maar? Bij de aanblik van een voetbalstadion gloei ik niet van enthousiasme. Sport houdt niet van mij en dus houd ik niet van sport. Zo werken die dingen.

Maar dat is nog niet alles. Bij het zien van een vol stadion denk ik aan democratie en voel ik weerzin. Demos – het volk – moet zich verre houden van kratos – de macht. Misschien onredelijk van mij om zoiets te denken, maar ja, de gedachte borrelt op als een boer door cola. Die menigte mag mij niet regeren. Niemand mag mij regeren.

Dat had ik altijd al. Ik moest van het gym in Nijmegen af omdat ik weigerde naar de kapper te gaan. In dienst wilde ik niet, want dan moest je haar er ook af en dan hield ik geen tijd over om gitaar te spelen en beroemd te worden. Fluitje van een cent: gewoon zeggen dat je gay bent. Gay, dat woord kende ik toen nog niet. Het homoverbod bij defensie verdween pas in 1974. Je kunt niet altijd pech hebben. Uit dit soort zaken bestond in de roerige sixties mijn bijdrage aan het gevecht om de vrijheid.

Ik geloofde toen in de vooruitgang. Iedereen krijgt een goede opleiding. De rede wordt de norm. Bijgeloof verdwijnt, dus ook de kerk. ‘Give peace a chance’ en ‘Alle Menschen werden Brüder’. Terwijl ik hippies niet kon luchten of zien. Een stelletje blowende sukkels vond ik het, in hun gescheurde jeans op het gras. Zo zie je maar weer hoe rijk geschakeerd de binnenwereld is die je bij een mens kunt aantreffen.

Mijn vooruitgangsgeloof is weg. In 2016 hoef je naar het ‘Volksempfinden’ niet te raden. De kreet ‘Daar moet een piemel in’ somt het mooi op. Onze democratie loopt via het parlement en die omweg dempt platvoerse sentimenten en remt kortzichtige maatregelen af, maar nu mag mede dankzij D66 het gepeupel onder aanvoering van Jan Roos en Thierry Baudet directe democratie gaan bedrijven: een referendum. Geen hond snapt waar het over gaat, maar je laat de kans om ergens tegen te zijn natuurlijk niet aan je neus voorbijgaan.

Democratie, wat moet je ermee? ‘Het beste argument tegen democratie is een gesprek van vijf minuten met de gemiddelde kiezer.’ Die uitspraak wordt ten onrechte toegeschreven aan Winston Churchill.

Wel afkomstig van de Britse oorlogspremier: ‘Democratie is de slechtste regeringsvorm op alle andere na.’

De Britse schrijver Forster had ook zo zijn bedenkingen: ‘Twee hoeraatjes voor de democratie. Voor drie is geen aanleiding.’

Dan de Amerikaanse journalist Mencken: ‘Democratie is het sneue geloof in de collectieve wijsheid van individueel onbenul.’

Wie de Nederlandse politiek volgt, kan zich wellicht vinden in een andere uitspraak van Mencken: ‘Democratie betekent dat de ene partij zijn best doet om te bewijzen dat de andere partij ongeschikt is om te regeren. Iets wat beide partijen lukt. Ze hebben gelijk.’

Maar alles is beter dan de kiezer aan het roer. De volkswil is primitief, egoïstisch, kortzichtig en ondeskundig. Die moet je dempen. Dat doe je door het volk vertegenwoordigers te laten kiezen die hopelijk meer verstand van zaken hebben. Het volk moet hooguit via via beslissen. Dat gaat soms fout, maar iets beters is er niet.

De conclusie is dan simpel: leve het parlement, weg met de volkswil, weg met de directe democratie, weg met het referendum!

_________________________________

Reageren kan hier.