Tag archieven: kwantumcomputer

Spion

rob rondStelen mag, als je maar niet wordt gepakt. Roept een rechter uit mijn kennissenkring op verjaardagsfeestjes. In toga zegt hij heel andere dingen. Bijvoorbeeld dat wij brave burgers moeten zijn, zoals de wet en de overheid dat voorschrijven.

Spioneren mag, als je maar niet wordt gepakt. Ik ken niemand die dat roept, maar zo werkt het wel. En hier maken diezelfde overheden van wie wij brave burgers moeten zijn, zelf hun handen vuil. Neem het afluisteren van het mobieltje van Angela Merkel door de Amerikanen.

Spioneren loont. Vraag maar aan de Russen. Dankzij een aantal mollen in Los Alamos, waar de Amerikanen de atoombom uitvonden waarmee ze in 1945 Hiroshima en Nagasaki in de as legden, hadden de Sovjets in 1949 ook zo’n wapen. Voor het echtpaar Julius en Esthel Rosenberg loonde de spionage niet. Zij belandden er in 1953 voor op de elektrische stoel.

Zo schokkend was de spionage van Iván Agafónov niet. De jonge Rus draaide als onderzoeker mee in een lab van de TU Eindhoven dat meewerkt aan de ontwikkeling van de kwantumcomputer. Daarover bleek hij regelmatig een Russische diplomaat in Duitsland bij te praten. Agafónovs straf was evenmin schokkend: hij hoefde alleen maar ons land uit.

Die kwantumcomputer – twintig keer zo snel als de snelste huidige computer – is er nog lang niet. Het principe is lastig. Een gewone computer rekent met nullen en enen. De kwantumcomputer werkt met eenheden die zowel één als nul kunnen zijn, maar je weet niet wanneer. Dit apparaat draait op onzekerheid.

Kan een kat tegelijkertijd dood en levend zijn? Dat vroeg de natuurkundige Erwin Schrödinger zich negentig jaar geleden af. Hij plaatste in gedachte een kat in een gesloten stalen box. Een apparaat in die box kon wel of niet een dodelijk gas afscheiden. Kwestie van toeval. Pas als je de box openmaakt, weet je of de kat dood of levend is. Tot het moment dat een toeschouwer dat vaststelt, kan de kat allebei zijn.

Onzin, vindt rolstoelgeleerde Stephen Hawking. Of de kat dood of levend is, hangt niet af van de toeschouwer. Of een eenheid één of nul is, hangt dus ook niet af van de toeschouwer. Onzin dat Hawking dat onzin vindt, zeggen andere natuurkundigen. Zo dichtbij is de kwantumcomputer.

Intussen staan de Russen in de wedloop naar die superrekenaar zo goed als alleen. Dus is het logisch dat ze mensen op de uitkijk zetten. Iemand als Iván Agafónov.

Agafónov en die Russische diplomaat gingen wel erg knullig te werk, aldus de voormalige Nederlandse geheim agent Kees-Jan Dellebeke vrijdag in de Volkskrant. In het handboek voor de spion staat dat je niet steeds in hetzelfde café moet afspreken en ook niet steeds dezelfde auto moet pakken. Vreemd, vindt Dellebeke, want Russische agenten zijn doorgaans heel professioneel.

Die mening staat haaks op het oordeel van een BVD’er die ik in 1986 sprak. „Ik wil niet zeggen dat Russen dommer zijn dan wij”, zei deze agent, „maar ze doen wel rare dingen. Als ze elektronica kopen die niet onder een embargo valt, proberen ze dat ook te verbergen.”

Misschien proberen de Russen dom te lijken om ons zand in de ogen te strooien? Of misschien brengen ze het kwantumprincipe al in de praktijk: of ze dom zijn of slim hangt af van ons, de toeschouwers. Dat principe kennen we als het om schoonheid gaat: beauty is in the eye of the beholder.

_________________________________

Reageren kan hier.