Eerlijk, het was voor mij toch wel een verrassing dat Thierry De Stem van Nederland had gewonnen. Met dank aan de publieksjury. Hoe die precies is samengesteld weet ik niet, maar ze hebben wel erg op uiterlijk vertoon gelet en hem onnoemelijk veel valse noten vergeven.
Wat verder in zijn voordeel werkte was de andere schok, de moordpartij in een Utrechtse tram. Je zou zeggen: daar wil toch niemand zijn voordeel mee doen, maar hé, winnen is niet voor watjes hè?
Dus toen de andere kandidaten volgens afspraak uit respect even niet repeteerden voor de finale, kon Thierry uithalen met zijn tranentrekker ‘Zwaar getij! Kom bij mij!’. En zo geschiedde.
Er zijn zoals altijd weer mensen die de reacties van politici, politie en overheid op zo’n gebeurtenis als in Utrecht overdreven vinden. Maar na een brandmelding stuur je toch ook niet eerst iemand op de brommer met een plantenspuit, omdat je geen paniek wil zaaien en het eerst even aan wil zien?
Waarschuwen voor een gewapende dader op de vlucht? Ik benader mijn medemens doorgaans onbevangen, maar er zijn grenzen en dan blijf ik graag even binnen. Bovendien: met moordpartijen als in Parijs en onlangs Christchurch nog vers in het geheugen vind ik het niet hysterisch om bedacht te zijn op meerdere daders en aanslagen.
De zichzelf één dag bezinnende Correspondent deed het ook weer niet goed. De redactie viel de hoon van Twitter en enkele van zijn eigen leden ten deel. Die leden zijn trouwens sowieso vreemde kostgangers: op De Correspondent bewust een gezonde maaltijd tegen de waan van de dag kiezen en tegelijk een vette bek op Twitter halen, het Walhalla van de waan.
Maar goed, de reacties op de winst van Thierry? Ik persoonlijk zie het even aan. Met de plantenspuit dus. Vijftig jaar geleden hoorde ik een tip van vrouwelijke toeristen in Italië. Zij hadden dat attribuut bij zich om opdringerige Thierry-achtigen te laten afdruipen met een verdachte plek op de macho broek.
Daar maar eens mee beginnen.