Elf lessen

rob rond1. Het ene front in de strijd tegen terrorisme is het andere niet

„Wie zegt dat?”

Dat zegt Beatrice de Graaf bij de Correspondent.

„En wie is dat dan wel?”

Zij is hoogleraar internationale betrekkingen en terrorisme-expert. De beste of zoiets. Daarom zit ze zo vaak bij Pauw, DWDD en al die andere tv-programma’s.

„Dus er zijn fronten?”

Jazeker. Je vindt in Nederland en de rest van de EU fanatici die hier zijn geboren en getogen. En het andere front vind je in het Midden-Oosten.

2. Wat je niet kent, kun je ook niet bestrijden

„Wacht even. Er is strijd, maar we weten niet tegen wie?”

Dat zegt Beatrice. Dat we te weinig van IS afweten.

„Wat moeten we dan doen tegen die halsafsnijders en beeldenstormers?”

Iets, maar wat precies? Dat weet Beatrice ook niet. Bombardeer je op de ene plek, dan steekt het duveltje zijn kop op op de andere plek. Dus dat helpt niet echt.

3. Voor iedere generatie terroristen die je uitschakelt, krijg je een meedogenlozere terug

„Dus de terroristen van IS zijn wreder dan Stalin toen hij begin vorige eeuw aan het moorden sloeg in Georgië? Wreder dan de Baader-Meinhofgroep die rond 1970 huishield in Duitsland? Wreder dan de IRA bij de Britten? Dan de Taliban in Afghanistan? Dan de terroristen die met passagiersvliegtuigen duizenden mensen doodden in het WTC in New York?”

Dat zegt Beatrice.

„Wie ben ik om haar tegen te spreken. Maar zou het niet zo kunnen zijn dat elke terreurgroep alle rottigheid uithaalt die mogelijk is? En dat er nu meer mogelijk is? En verder, als je die generatie terroristen niet uitschakelt, gaan ze door. Wat is het alternatief?”

Dat weet Beatrice niet. Wat ze wel weet, is dat IS op de Vietcong lijkt. En dat dat slecht afliep voor het Westen.

4. Terrorisme en de bestrijding daarvan draait niet alleen om aanslagen

„Waarom nog meer dan?”

Ze willen angst zaaien en daarmee onze maatschappij ontwrichten. Je moet volgens Beatrice de angst neutraliseren en zo veel mogelijk achter de schermen opereren. Dan schiet terrorisme minder makkelijk wortel.

„Wortel schieten, dat is bij ons. Dus die lui maaien concertgangers neer en dan gaan wij angst neutraliseren. Hoe doen we dat? Lolly’s uitdelen? En verdachte figuren ’s nachts in zwarte auto’s stiekem afvoeren?”

5. Terrorismebestrijding draait om beeldvorming

„Hè wat?”

Dat is de belangrijkste stelling, te lezen in haar werk Theater van de angst. Die lui gooien met bommen, maar wij moeten niet antwoorden met bommen, doch bedachtzaam reageren.

„Hoe dan?”

We werken de recrutering van jihadisten tegen, gebruiken onze overtuigingskracht om vatbare types van radicale denkbeelden af te houden en mijden maatschappelijke mobilisering. Nederland bewijst dat dat beter werkt dan het spierballenvertoon van Frankrijk.

„Dus wat voor Nederland goed is, is ook goed voor Frankrijk?”

Waarom niet?

„Nou, misschien zit het anders. Die lui willen scoren. Parijs levert vast meer punten op dan Amsterdam.”

6. Terrorismebestrijders moeten een alternatief verhaal vertellen

„Alternatief?”

Ja, je moet met dolende geesten in de moslimgemeenschap in gesprek. Zoals je ook met je kinderen praat over roken en drugs.”

„Ik rook niet. Mijn vrouw rookt niet. Ik heb nooit drugs gebruikt. Mijn vrouw ook niet. We hebben een alternatief verhaal verteld. Twee zonen raakten aan de drugs. Dochters gingen roken. Veel geluk met dat alternatieve verhaal.”

7. Ook daden zijn woorden

„Zoiets als doelpunten maken?”

Beatrice bedoelt dat helikopters in de lucht, blauw op straat en bommen op Raqqa ook statements zijn. Daar kun je bijna geen boodschap meer tegenover stellen.

„Wat stelt ze voor dan?”

Dat je goed nadenkt, maar soms kan het niet anders. Zegt ze.

8. Terrorisme komt maar verdwijnt ook altijd weer. Altijd

„Interessant. Nu mijn versie: Terrorisme verdwijnt maar komt ook altijd weer. Altijd.

9. In Nederland ligt het niet voor de hand om gewelddadig jihadist te worden

„Ja en?”

Het zijn uitzonderingen.

„Weet je hoeveel ellende uitzonderingen kunnen veroorzaken? Neem Breivik.”

10. Je zult terroristen nooit helemaal leren kennen

„Is er iemand die beweert dat het wel zo is?”

Beatrice denkt dat een romanschrijver misschien beter in het hoofd van een terrorist kan kruipen dan een wetenschapper.

„O.”

11. De beste terreurbestrijder is een wijkagent

„Om die stelling moeten ze in de Haagse Schilderswijk lachen. Alsof buurtenquêtes door doctorandussen informatie oplevert, spotten ze. Maar stel dat het werkt: pak de calculator er eens bij om te berekenen hoeveel agenten er door de Parijse banlieues moeten gaan lopen. Hoe vind je mensen met de juiste talenten en hoe graag zullen de bewoners met die agenten praten?”

Als je jou zo hoort, is er geen oplossing voor terrorisme. Dankzij Beatrice begrijpen we veel meer.

„Wat dan?”

_________________________________

Reageren kan hier.