Twijfelen?

rob rond

Op mijn oude dag sloeg ik, onverwachts voor mijzelf, aan het solliciteren. Ik kom erop terug, beloofde ik vorige week. Zodra ik meer weet.

Op vrijdag 19 juni flitste op mijn iPad een oproep voorbij. Na de zomer komt bij de Volkskrant het correspondentschap in Moskou vrij.

Jammer, dacht ik, dat ik niet meer jong ben. Iets wat mensen wel vaker denken. ‘Sarah was een beginnend journalist van 23 of 24 toen we haar naar Rome stuurden. Bert Lanting, de toenmalige chef buitenland, en ik, (we leerden elkaar 22 jaar geleden kennen als correspondenten in Moskou) keken elkaar weemoedig aan na de benoeming, en wensten dat we zelf weer jong waren.’ Aldus Volkskranthoofdredacteur Philippe Remarque in april dit jaar.

Als je Remarque openzaagt, tel je 49 ringen. Snotneus!

Wat een gelul, zei ik in tweede instantie tegen mijzelf. Ik ben dan wel 65, maar dat is helemaal niet te oud. Ik moest denken aan Frank Bourgholtzer, die ik in 1984 leerde kennen in zijn hoedanigheid van invallend chef bij NBC News in Moskou. Hij was toen 66. Op zijn 75e interviewde hij mij in mijn Moskouse kantoor voor Discovery Channel.

Dus solliciteerde ik. ‘Onorthodox, solliciteren op die leeftijd’, zei Remarque over de telefoon. Maar hij had, laatst nog, iemand van 60 aangenomen en dat beviel prima. Een hogere leeftijd vond hij geen bezwaar. „Over zaken waarover wij het eens zijn, ga ik niet met je in discussie”, antwoordde ik.

Sinds 1995 ben ik niet meer in Rusland geweest. Jarenlang heb ik moeten aanhoren hoezeer Rusland ten goede was veranderd. Jarenlang geloofde ik dat niet. Via de Russische tv – ik krijg thuis ruim honderd kanalen – drong zich een ander beeld op. Toen las ik ‘Het brilletje van Tsjechov’ van oud-correspondent Michel Krielaars, in mei dit jaar terecht bekroond met de Bob den Uyl Prijs voor het beste Nederlandse reisboek van 2014. En wist ik het gelijk aan mijn zijde.

Hoe kan dat? Is er in die twintig jaar dan niet heel veel veranderd in Rusland? Zeker wel. Maar om Rusland te snappen moet je niet kijken naar de veranderingen. Wat telt, is wat hetzelfde blijft.

Lees ‘De correspondent’ van Pieter Waterdrinker. De krankzinnige verhalen die hij in Rusland optekent, komen op de nuchtere Nederlander algauw over als de vrucht van een al te levendige fantasie. Maar wie dat denkt, vergist zich. Het gaat hier om waar gebeurde feiten, opgetekend door een weldenkende westerling. Die betaalt daar een prijs voor. Van het jarenlang opboksen tegen absurde dwarsbomerij raak je oververmoeid. ‘Werd het, na zeventien jaar Rusland, misschien niet eens tijd terug te keren naar het oude Europa?’, verzucht de schrijver.

In 2009 is er bij Trouwcorrespondent Jelle Brandt Corstius weinig over van zijn aanvankelijke enthousiasme voor Rusland. ‘Het is altijd zo ontzettend onzeker in Moskou. Zo ben ik zeven keer verhuisd omdat de huur ineens werd verhoogd, of de huisbaas was gestoord. Ik heb ook meegemaakt dat ik een aanbetaling had gedaan voor een huis en later te horen kreeg: sorry, iemand anders heeft een hogere aanbetaling gedaan. Onredelijkheid en onzekerheid zijn niet goed voor je geest.’

En: ‘De kans dat je een ongeluk overkomt, is daar veel groter dan hier. Of je drinkt je dood, of er gebeurt iets verschrikkelijks. Ik denk dat veel van wat ik waardeer in Russen, zoals vindingrijkheid en gastvrijheid, uit nood geboren is. Het zijn maximalisten, Russen. Het is alles of niets. Het poldermodel is niet tot Rusland doorgedrongen.’

Een andere voormalige Moskoucorrespondent dacht er ook even aan te solliciteren op de Volkskrantvacature ‘maar ik denk niet dat ik het op kan brengen weer tussen die gekken te leven’.

En naar dit land wilde ik terug?

Gezonde twijfel bekroop mij na mijn sollicitatie. Tot ik dinsdag de uitslag kreeg. ‘Interessant, een ervaren kracht uitzenden’, meldde de Volkskrant, ‘maar we hebben besloten iemand anders ook de kans te geven ervaring op te doen op deze mooie post.’

‘Tja. Da’s netjes gezegd. Of lees jij er niet in: we hebben tóch gekozen voor een jonger iemand met minder ervaring?’ Dat schreef een collega-columniste van het blog RunderVink.

Op mijn mailtje dat ‘deze oude man gezien het kennelijk riante aanbod aan kandidaten werd overgeslagen’, antwoordde een bevriende journalist: ‘Jammer. Ik weet niet of het met leeftijdsdiscriminatie heeft te maken.’

Dat weet ik ook niet. Bovendien mag een werkgever gepensioneerden anders behandelen.

Mijn echtgenote reageerde vanuit Moskou weer anders: „Misschien hebben ze je oude baas geraadpleegd en daar zijn ze nu immers boos op jou.”

Zelf denk ik al die dingen niet. Wel grappig, al die argwaan. Als journalist hoor je natuurlijk beroepsmatig te twijfelen, maar hier kies ik ervoor om dat niet te doen. Of zou..? Nee… Toch?

Een doodklap kwam van een ex-collega. ‘Misschien ben je gewoon niet goed genoeg.’ Ik ga me maar eens laten testen.

_________________________________

Reageren kan hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.