Ontevreden burger? (6)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 Deel 7Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

Straks trekt duizend jaar Duitse humor aan ons raam voorbij: de Frühschoppenzug. Dit jaar mogen op last van de gemeente voor het eerst carnavalskarren via hun reuzenspeakers hun pornofonie niet meer straffeloos het publiek in slingeren, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat Prinz Markus der Treffende, de Krunekroane en de Funkenmariechen hun dansjes niet onder een gefluisterde ‘Rosamunde’ hoeven uit te voeren. Twee uur gedreun moeten we er jaarlijks voor over hebben om in de Duitse grensregio te wonen. En ach, je moet ze ook wat gunnen, die Duitsers, want vanaf dinsdag zijn ze weer hun stijve, zure en chagrijnige zelf.

Hoe rigide mijn huidige landgenoten in het leven staan, mocht ik afgelopen week weer eens ervaren. Acht weken zou ons Russische pleegkind Tim in Moskou maximaal op zijn Duitse visum moeten wachten, dus in de negende week trok ik maar eens aan de bel. Er volgde zowaar enige beweging.

‘Jullie hebben een visum aangevraagd op grond van jullie EU-burgerschap’, mailde de Duitse ambassade vanuit Moskou, ‘maar dat geldt alleen voor ouders en kinderen, niet voor tante en neef.’

Nee, wij hadden drie gronden voor een visum gegeven: voogdij, hardheidsclausule en EU-burgerschap. En wat doen de Duitsers? Ze pikken er uitgerekend de grond uit waaraan we kennelijk niet voldoen en negeren de rest.

‘Wilt u nu gaan voor de hardheidsclausule?’, boden ze gul aan. Hallo zeg, dat hadden we dus al aangegeven.

Daarna bleef het weer ruim een week stil. Achter de carnavalsmaskers voor ons huis vandaag zitten misschien ook de ambtenaren die over Tim moeten beslissen en nu vijf dagen vrij hebben om een jaar frustratie af te reageren, terwijl mijn eega en pleegzoon in Moskou de elfde week ingaan van wachten op een visum dat er misschien helemaal niet gaat komen.

‘Negen maanden leeft ons gezin nu al gescheiden’, schrijf ik aan de Duitse ambassade. ‘In die negen maanden heeft de dochter van vrienden een tweeling gekregen. De natuur kan het, waarom de bureaucratie niet?’ Jaja, ik weet hoe ik vrienden moet maken.

Of we wel even details van die ‘hardheid’ willen opsturen, vraagt de ambassade, gedocumenteerd en wel. Sorry hoor, maar wij hebben geen videobeelden waarop de jongen gemarteld wordt. De Duitse wet stelt met de nodige pathos dat kinderwelzijn een grote rol speelt bij de visumverlening, en de overheid moet zien te voorkomen dat kinderen in een weeshuis belanden, maar her en der op het wereldwijde web staan waarschuwingen dat een visum ter vermijding van hardheid zelden wordt verleend. Zoals Somalische kindertjes volgens de Nederlandse IND naar Somalische maatstaven geen onaanvaardbare toekomst tegemoet gaan als ze ouderloos door de straten zwerven en hun eten uit vuilnisbakken halen, zo kunnen de Duitsers goed van mening zijn dat voor Russische kindertjes een Russisch weeshuis niet neerkomt op buitengewone hardheid.

Maar goed, laten we de Duitsers het voordeel van de twijfel gunnen. Ze hebben drie maanden om ja of nee te zeggen. Daarna kunnen we ze wegens nalatigheid voor de bestuursrechter slepen. Zou het vreemdelingenbureau in Kleef, dat de zaak aan het rekken is, het zover laten komen?

„Dat kun je gerust aan ze overlaten”, zegt een medewerkster van vluchtelingenorganisatie Caritas in Kleef. „Nee, de wettekst op de nalatigheidsklacht hoef ik niet te lezen, die ken ik uit mijn hoofd.”

Op straat voor het vreemdelingenbureau in Kleef herken ik opeens lotgenoten. Er staan mensen met een donkere huid uit exotische oorden. Om een ambtenaar te spreken moet je ’s ochtends om half vier in de rij gaan staan, vertelt de Caritas-dame, anders red je het niet voor sluitingstijd. En nee, je kunt niet op afspraak komen.

Als lotgenoot zie ik ook Urho Engels, die vorige week de regionale krant haalde omdat hij Nederland uit moet. Hij werd 59 jaar geleden geboren in Nijmegen als Nederlander, met Nederlandse ouders die, toen hij twee jaar was, naar de VS emigreerden. In de loop van zijn werkende leven werd hij Amerikaan en dan zegt Nederland: toedeloe, je hoort er niet meer bij. Deze geboren Nederlander heeft een eigen inkomen uit de VS, kost Nederland geen cent, spreekt de taal, maar moet gewoon weg. Regels zijn regels. Ordnung muß sein. Befehl ist Befehl.

Wij leven in een democratie en kennelijk is in Nederland en Duitsland de gang van zaken rond Tim, Urho en de uit vuinisbakken etende Ariane wat de meerderheid wil. Laat ik nou tot de minderheid behoren. Maar heel vreemd: wie ik ook tref in Nederland en Duitsland, niemand verdedigt de regels en iedereen spreekt er schande van. Zou ik bezig zijn een ontevreden burger te worden?

(Wordt  vervolgd)

Deel 1 | Deel 2 |  Deel 3 Deel 4Deel  5 | Deel  6 Deel 7Deel  8 | Deel  9 Deel  10 | Deel  11 |

 

________________________________

Reageren kan hier.