Lelijkheid

rob rondEen vriend van mij uit de muziek motiveert zijn weerzin tegen de komst van vreemdelingen naar onze contreien zo: we zijn net van de katholieken af.

Hij heeft een punt. Gelovigen van allerhande gezindten hebben aan de menselijke zoektocht naar antwoorden op de raadselen des levens weinig vruchtbaars bijgedragen. Wat zal je immers nog zoeken als je het antwoord al hebt?

Dat de buurman een eigen, ander antwoord heeft, is voor een gelovige geen reden tot twijfel. Ik heb gelijk en de buurman niet. En mijn kinderen boffen, want die leer ik precies wat juist is. Dat de buren hun kinderen met foute antwoorden opzadelen, dat is jammer, maar die lui krijgen we nog wel.

Net op het moment dat wij – in een land als Nederland althans – dachten af te zijn van de rem op de intellectuele ontwikkeling die religie is, raken we overspoeld met religiositeit van eeuwen her. De vernietiging van tempels in Palmyra brengt het jaartal 1566 tot leven: beeldenstorm. Nederland zag toen het sluitstuk van een hele reeks vernielingen door protestanten in Europa, die in 1522 waren begonnen in Wittenberg, stad van oerprotestant Maarten Luther. Diens anti-judaïsme was vier eeuwen later koren op de molen van nazi-propagandisten.

Onscrupuleuze politici – oei, een pleonasme! – hebben het kant-en-klare instrument van de religie in de loop der geschiedenis gretig gehanteerd om op allerlei strijdtonelen het volk achter zich te krijgen. Door te hameren op het verfoeilijke van de islam doet Geert Wilders hetzelfde. En elke moskee is een steun in de rug van de blonde held.

Is de lelijkheid die we zien dan niet onze eigen lelijkheid? Zeker. Verzet tegen de import van achterlijkheid en de aanspraak die nieuwkomers maken op schaarse zaken als woningen en uitkeringsgeld, brengt een akelige mentaliteit aan de oppervlakte. Zonder aanvoer van moslims krijg je die niet te zien, zoals je in vredestijd ook geen NSB’ers herkent.

Die lelijkheid zit ook aan de andere kant. Een devoot moslim ziet andersgelovigen en atheïsten als ondermensen, als uitschot. Sympathie is uit den boze, je mag van de kafirs profiteren en in het uiterste geval maak je ze af, zwaaiend met de Koran.

Dan rijst de vraag: als de vreemdelingen en wij elkaar minachten, waarom dulden wij hen dan hier en waarom blijven zij hangen? Antwoord, kort door de bocht: onze relatieve beschaving tempert onze reactie en onze rijkdom houdt hen hier. Waarbij de immigranten onze weerzinwekkende levensstijl op de koop toe nemen, in onze welvaart delen en respect eisen voor gewoonten die wij stompzinnig vinden.

Ooit stelde die vriend uit de muziek met tevredenheid vast dat er in Nederland nog slechts sprake was van een religieuze minderheid. Met lede ogen ziet hij nu aan hoe die minderheid weer groeit. Vang die mensen op in hun eigen regio, stelt hij, waar zij ons met hun ideeën niet lastig vallen en zij zich ook niet hoeven te ergeren aan ons. Daar heeft hij een punt.

_________________________________

Reageren kan hier.