Flink

Persoonlijk leed valt niet onderling te vergelijken, maar wel hoe mensen ermee omgaan.

Het indrukwekkende van Liesbeth List – lees vooral dit interview in Volkskrant Magazine – is dat ze haar levensgeschiedenis, getekend door oorlog en mishandeling, erkent als bizar en wreed, maar dat ze de regie over haar leven op een positieve manier in de hand heeft genomen en die nooit meer heeft losgelaten: ‘Met negatieve mensen bemoei ik me niet.’

Dat wordt hem voor mij voor 2017, bij deze. Met uiteraard de toevoeging dat ik er streng op toe zal zien niet zélf een negatief mens te zijn.

Je ziet wel eens anders.
Er zijn mensen met een rotjeugd die niet achterom kijken, niet willen wijzen naar schuldige ouders en niks te maken willen hebben met therapie.
Best knap, best flink.

Toch zijn dit vaak mensen die in mijn ogen wat minder makkelijk in de omgang zijn.
De uitgespaarde rekening voor gesprekstherapie wordt alsnog gepresenteerd, maar dan aan de omgeving.
Het boze binnenleven wordt aan de buitenkant gepolitiseerd. Elk gesprek is vermoeiend, koetjes en kalfjes bestaan niet.

Geef mij Liesbeth List maar.
Want met aardige mensen bemoeit ze zich uitdrukkelijk wél, ook al zijn ze gigantisch aan de fles. De hartstochtelijk levende, uiterst kwetsbare Ramses Shaffy, haar vriend voor het leven, betaalde de prijs voor zijn verslavende medicijn tegen levenspijn: hij ontwikkelde Korsakov. Ze greep zorgzaam en liefdevol in, ook al zong hij tot op het laatst overtuigend mooi Laat me .

Shaffy en List laten zien hoe aardig mensen kunnen zijn voor elkaar, ook al heb je het als kind niet echt getroffen.

Sommigen onder hen leven niet per definitie gezond, maar ze durven wel hun pijn en kwetsbaarheid te laten zien.

Eigenlijk vind ik dat óók flink.

______________________________

Reageren kan hieronder of op Facebook.