Branie

Mijn euthanasie? Geregeld. Die komt er niet. Ten eerste wil ik de rit helemaal uitzitten. En ten tweede mag ik nog lang niet dood, al ben ik al 68, want dit jaar kregen mijn vrouw en ik een kind. Alleen door te adopteren konden mijn vrouw en ik haar tienjarige neefje redden van het weeshuis. En zorgplicht is leefplicht.

Euthanasie moet je op tijd aankaarten bij de huisarts. Een redelijke voorwaarde, stelt de wet, is dat de dokter ervan overtuigd is dat je over je zachte dood goed hebt nagedacht. Lastig wel, dat je dus veelal met nadenken moet beginnen terwijl er in lijf en leden mogelijk nog geen alarmbel is afgegaan. Maar goed, een uitvaartverzekering neem je ook gedurende de feesttijd des levens, en vergeleken met de regelmaat van de kattenbelletjes over je onvermijdelijke einde in de vorm van termijnbetalingen aan de verzekeraar vallen die sporadische gesprekken met de dokter om je euthanasiewens vers te houden eigenlijk reuze mee.

Ook als er geen doorleefplicht bestond vanwege die nieuwe zoon, waarom zou ik, op mijn leeftijd, een gesprek over euthanasie aangaan met mijn huisarts? Volgens het CBS heb ik ‘gemiddeld’ nog zo’n veertien jaar te gaan. Zou ik vandaag een jonge kat aanschaffen, dan geven het dier en ik statistisch tegelijkertijd de geest. De dood van zo’n beestje, de ogen net open, ga je toch ook niet anderhalf decennium van tevoren plannen?

Aan mijn euthanasiestandpunt ligt zeker geen levensovertuiging ten grondslag. Mocht de almachtige God uit het bijbelse sprookje bestaan, dan vindt Hij een zelfgekozen dood prima. Er valt immers geen musje van het dak zonder dat Hij het wil. Je kunt jezelf dus niet van kant maken zonder dat het Hem behaagt.

„We worden geboren om te sterven”, placht mijn vader zaliger te zeggen. Daar ben ik het hartgrondig mee oneens. We worden geboren om te leven. Dood zijn kan altijd nog, het levens is slechts een overgangsfase van niets naar niets. Mocht ik ziek worden en lijden, men verzachte mijn pijn. Raak ik verzwakt, men rekke mijn leven. Krijgt alzheimer mij te pakken, men late mij doormodderen. Raak ik in coma, men koppele mij niet af. Veel beter voor mijn eega ook, want door haar buitenlandse jaren is haar oudedagvoorziening schraal, en ik zie mijn geld liever bij haar belanden dan in de pensioenpot stranden.

Branie, mijn getoeter? Vast wel. Plannen gaat nogal eens mis. Een vriendin wilde niet op dezelfde manier eindigen als haar demente moeder, die ooit aan het zwerven sloeg in een Russisch woud en spoorloos verdween. De vriendin had haar euthanasieverklaring klaarliggen. Niet dat ze dood wilde, zoals bleek uit een papiertje waarop ze het inkomen had berekend dat haar zou resten na de dood van haar bejaarde en invalide man. Zij keek vooruit, zij wilde verder. Dacht haar omgeving. Tot haar fatale sprong van een balkon, enkele weken geleden. Ze was 56 jaar oud.

Daar sta je dan met je branie. ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’, zong John Lennon in ‘Beautiful Boy’ zijn vijfjarige zoontje Sean toe. Een maand later was Lennon vermoord en tot as wedergekeerd.

________________________________

Reageren kan hier of onder aan deze pagina.

Eén reactie op “Branie

  1. Branie maakt bij mij toch enkele reacties los.

    1. De vergelijking met een uitvaartverzekering.
    Dit product van de financiele sector is het meest verneukeratieve dat er bestaat. Verzekeren doe je immers tegen risico’s die wel of niet kunnen gebeuren. Bij uitvaarten is geen sprake van een risico. De dood is een zekerheid. De uitvaart dus ook. Bij de uitvaartverzekering is er nog een andere zekerheid: de verzekeringsmaatschappij strijkt een leuk winstje op vanwege de denkfout die de verzekerden maken.
    Natuurlijk is er de redenering dat het risico er uit bestaat dat je ineens morgen ophoudt met ademhalen. Dat is zo. Mijn advies is om dan het bedrag dat je op de spaarrekening had staan voor een nieuwe auto/ wasmachine/of TV te (doen) besteden aan je uitvaart. Want je rijdt/wast/kijkt als overledene toch niet veel meer.

    2. Ik ben het met je eens dat een euthanasieverklaring discutabel is. Maar niet omdat je daarmee te kennen zou geven eigenlijk niet aan het leven te hechten. Dat is echt onzin. De club voor euthanisten NVVE benadrukt dat al vanaf zijn oprichting; en dat kan ik weten, want ik ben vanaf de oprichting lid (fiscaal aftrekbaar). Zeer levenslustig en toch euthanist.
    Waarom dan toch twijfel? Omdat de situatie waarin het levenseinde zich aandient zo onvoorspelbaar is. Ik denk dat er maar een beperkt aantal gevallen is waarin de verklaring zin heeft. Namelijk als je lichamelijk volkomen hulpeloos bent geworden, je zodanig pijn leidt of om andere redenen snakt naar het einde, je wel nog steeds bij je volle verstand bent, maar dus volkomen afhankelijk bent geworden van anderen om tot uitvoering van je doodswens te geraken.
    Dat komt niet zo heel veel voor. Bij de meeste mensen gaat het anders. Mijn beide ouders – ook euthanisten van het eerste uur – gingen zonder euthanasie naar de eeuwige jachtvelden. Vader had Alzheimer en wist niet meer wie hij zelf was; overleed aan een zware longontsteking. Moeder ging als Parkinsonpatiente als een nachtkaars uit. De laatste stappen werden begeleid met palliatieve sedatie (morfine dus). Met name dat laatste komt in de praktijk vaker voor dan het actief euthanaseren.
    De twijfel is dus vooral van praktische aard.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.