Maandelijks archief: mei 2018

Troep

De man met de baard aan het hoofd van de tafel kijkt mij strak aan. „We zitten hier speciaal voor jou”, zegt hij, „om het een beetje behapbaar voor je te houden. Maar eigenlijk hebben wij geen lichaam. En zijn we niet wie men denkt dat we zijn. Maar de werkelijkheid zou te moeilijk voor je zijn om te bevatten.”

Rechts van hem zit een vrolijk type met een gehoornde helm op. „Je mag me Lucifer noemen”, biedt hij aan. „Al heb ik eigenlijk geen naam.”

„Het is dat ik coke heb gesnuifd”, zeg ik, ”maar anders zou ik deze scène behoorlijk eng vinden.”

„Coke?”, zegt Lucifer. „Als die straks is uitgewerkt, zul je bang zijn voor drie.”

„Laat me de rest even voorstellen”, zegt de baard. „Vanaf links: Michaël, Gabriël, Rafaël en Uriël.”

„De aartsengelen? Ben ik dood? Is dit de hemel? Of de hel?”

„Wat je wilt”, zegt Lucifer. „Er is geen verschil. Ze bestaan allebei niet.”

„Bent u God? Of Allah? Waar is Jezus? Of Mohammed? De heilige maagd Maria? Job? Petrus?”

„Die zijn niet nodig”, antwoordt de baard. „Ik zei toch dat we het een beetje behapbaar willen houden. Ja, ik ben God. Of Allah. Of de natuur. Het maakt niet uit hoe je het grote geheel noemt. Vragen?”

Zeker heb ik vragen. Heel veel zelfs. „Waarom geeft u kanker aan baby’s?”

De baard lacht. „Daar gaan we weer. Een favoriete vraag van een atheïst als Christopher Hitchens. Die heb ik daarom zelf ook maar kanker gegeven. Grapje, ik geef geen kanker om te straffen. Ik geef überhaupt niemand kanker. Of welke ziekte dan ook.”

„O nee? Waar komen die ziektes dan vandaan?”

„Ik zal het je uitleggen, maar ik verwacht niet dat je het gaat begrijpen. Kijk, jullie mensen denken dat alles een doel heeft, zin heeft, ergens naartoe gaat. Maar dat is niet zo, jullie zijn een mogelijke variant in het heelal. Daar vinden spontane gebeurtenissen plaats die elkaar kunnen beïnvloeden. Er ontstaan losse elementen, maar ook samenhang. Niemand bemoeit zich er verder mee. Jullie bestaan omdat jullie kunnen bestaan. Op een gegeven moment kan het niet meer en dan zijn jullie weg.”

Inderdaad, onbegrijpelijk. „Dat heeft toch geen zin? Dat is toch onzin?”

„Ik zei toch dat je het niet zou snappen. Je wilt het ook helemaal niet snappen. Kijk, en die ziektes zijn ook spontane gebeurtenissen. Niet dat het leuk is als je ze krijgt. Maar het gebeurt en er is niemand die er wat aan kan doen.”

„Maar u bent toch almachtig?”

„Dat hebben de mensen zo verzonnen. Maar eigenlijk besta ik niet. Dus ben ik ook niet almachtig.”

Wat een onzin. „Hoezo ontstaan ziektes spontaan? En straling dan? Of de manier waarop wij de natuur om zeep helpen?”

„Ik weet dat het moeilijk is”, zegt de baard, „maar ik zal proberen het uit te leggen. De mens komt voort uit de natuur. De mens is een stukje natuur. Dus als je stelt dat de mens bezig is de natuur om zeep te helpen, zeg je in feite dat de natuur bezig is zichzelf om zeep te helpen. En dat klopt, maar het is maar een deel van de puzzel. Want als dat proces lang genoeg doorgaat, ontstaat vanzelf een situatie waarin de mens niet meer gedijt. Dan verdwijnt hij en komt er iets anders voor in de plaats. Ook weer puur natuur. Dus niets aan de hand.”

Niets aan de hand? „Wij zijn toch het hoogste dat de natuur heeft voortgebracht?”

„Het is logisch dat de mens dat zo ziet. Maar ken jij de natuur elders in het heelal? En als je zelf een wezen mocht scheppen, zou je dan niet iets beters kunnen bedenken dan de mens?”

„Ja, dat zou ik wel kunnen. Maar waarom heeft u zelf dan dat betere wezen niet geschapen?”

De baard glimlacht minzaam. „Omdat ik niet besta.”

„O nee? Hoe kan het dan dat ik nu met u zit te praten?”

Opnieuw dat minzame lachje. „Wacht maar tot die troep is uitgewerkt die je hebt geslikt.”

________________________________

Reageren kan hier.