Maandelijks archief: januari 2016

Doodvonnis

rob rond„Kijk meneer, hier staat het toch echt: als u zover heen bent dat u uw eigen familie niet meer herkent, verklaart u een zachte dood te willen. Met doktershulp. Uw handtekening staat eronder. Alles zwart op wit. Weet u dat niet meer?”

De oude man weet niet waar hij is. Welke dag het is. Of wie er bij zijn bed staan.

„Waarom wilt u dood?”, vraagt de witgejaste man, zwaaiend met het papiertje.

„Kijk, hij huilt”, zegt de vrouw naast hem. „Mijn vader kan zich verbaal niet meer uiten, maar die traan zegt toch genoeg? Natuurlijk wil hij dood. En het staat er toch precies?”

De dokter fronst. „Uw vader zal het hier ter plekke toch echt moeten bevestigen. Bij twijfel geen euthanasie.”

„Maar dokter, wat is dan de zin van zo’n wilsbeschikking? Die heeft hij nou juist opgesteld toen hij nog bij zinnen was. Voor later, als hij niet meer in staat zou zijn om erom te vragen. Dat respecteer ik. En dat verwacht ik ook van u. Daarom zijn we nou net met u in zee gegaan. Als u nu weigert, dan zet u ons voor het blok en moet ik er een andere arts bij halen.”

„Uw vader vindt toch nog dingen leuk? Hij geniet als ze met hem door het park wandelen, hij eet nog met smaak en is blij met bezoek.”

„Daar gaat het niet om, dokter. Hij kan niets meer zelfstandig – een luier omdoen, zich aankleden, douchen, een lepel naar zijn mond brengen. Hij heeft een tijd geleden duidelijk aangegeven dat hij dit niet wil. Dat van dat bezoek is ook flauwekul. De zuster of zijn dochter – hij ziet het verschil niet eens. Ik heb hem moeten beloven dat ik hem zou helpen als dit moment kwam. Nou, dat moment is daar en ik hou mijn woord. Uit liefde voor mijn vader en niks anders.”

„Ik zie hem nu toch duidelijk nee schudden.”

„Nee schudden? Dokter, hoe komt u erbij. Dat is een zenuwtrek. Kijk, door uw schuld gaat hij nog harder schudden. Wat u nu doet, dokter, is mensonterend. Wij mogen mijn vader niet aan zijn lot overlaten. Lees die wilsbeschikking er nog maar eens op na. Hoe duidelijk wil je het hebben?”

Duidelijk? Vier jaar geleden zei een demente Brabantse vrouw van 64 jaar met zo’n verklaring iets heel anders dan wat ze op schrift had gesteld. Ze zei: „Doodgaan wil ik niet. Dan ben ik niets meer.” Later gaf ze vagere antwoorden, maar nooit een bevestiging dat zij dood wilde. Haar man en de dokter luisterden niet naar de nieuwe persoon die deze vrouw was geworden. Zij bleven luisteren naar de oude persoon en zetten door. Tegen een injectie bood de vrouw weerstand in haar slaap. Zij overleed. Een toetsingscommissie oordeelde dat er zorgvuldig gehandeld was.

Een wilsbeschikking wordt zo het doodvonnis dat je tekent voor de andere persoonlijkheid die je zelf ooit kunt zijn. De adder: je mag je niet bedenken. Je nieuwe ik, die andere dingen wil en anders in het leven staat, heeft niets over zichzelf te vertellen. De andere persoon die je vroeger was en niet meer bestaat, is de baas over jou en mag jou om zeep helpen.

Een wilsbeschikking? Akkoord, maar voor mij luidt de tekst: aan mijn lijf alleen de polonaise die ik op het moment zelf kies. En als ik zwijg, mag niks.

_________________________________

Reageren kan hier.

Eeuwig zonde

rob rondVan je leven zou na afloop meer moeten resten dan een vervalende vlek. Sommige mensen hebben een stevig stempel gezet: Bach, Mozart, Rembrandt, Van Gogh. Die verdwijnen pas als de mens uitsterft, lang voordat de aarde zal zijn verzwolgen door de rode reus die onze zon ooit wordt. Niet te vaak aan denken.

Van Gogh heeft nooit van zijn eigen roem mogen genieten. Hoe anders ging dat met Freddie Mercury en David Bowie. Nu ze er niet meer zijn, rest tenminste de troost dat ze iets hebben voorgesteld. Die troost is niet voor Freddie en David zelf. Als je dood bent, maakt het voor jou niets meer uit of je hebt geleden of genoten. Die troost is voor ons, de nabestaanden. ‘Ze hebben mooie dingen gemaakt en een goed leven gehad.’

In 1971 kreeg ons Haagse bandje Cobra tijdens een repetitie in de Marathon bezoek van een donkerharige jongeman uit Amerika. Hij zou onze derde single gaan produceren. Ik was net bezig de rest van de band mijn nieuwe liedje uit te leggen, maar de Yank gooide er plompverloren zijn eigen song in. Zanger Winston negeerde mijn woede-uitbarsting en koos voor het werkje van de indringer. We hadden kennisgemaakt met Craig Bolyn, een 23-jarige muzikant zonder minderwaardigheidscomplex.

Cobra speelde in december van dat jaar in het voorprogramma van Ten Years After van de woeste gitarist Alvin Lee, inmiddels zaliger. De Britse band had furore gemaakt in Woodstock met I’m going home.

Cobra speelde de RAI plat.
„Hé, wat is dat nou?”, knorde de manager van Ten Years After tegen onze manager Peter de Wit, die ooit Pee White was van de Magic Strangers en inmiddels zaliger. „We hadden afgesproken dat het voorprogramma niet al te goed zou zijn.”

Hoe goed we waren, blijkt ook wel uit de recensie in muziekblad Oor: ‘Cobra deed in bombastiek nauwelijks onder voor Ten Years After.’ Als Oor je afkraakte, wist je dat je goed zat. Het herhaalde zich met Diesel. Oor: weer zo’n mislukte Nederlandse poging om een hit te scoren in Amerika. Sausalito Summernight werd prompt een hit in Amerika. Als ik ooit nog eens een plaat maak, hoop ik dat Oor hem neersabelt.

Craig vond Ten Years After waardeloos. En ons ook. Er deugde niets aan. Kort daarna zagen we Jethro Tull spelen in Rotterdam. Fantastisch, vonden de Cobra-muzikanten. Schandalig slecht, oordeelde Craig.

In de opnamestudio ging alles anders dan we gewend waren. Craig en zijn vrouw, een Amerikaanse met haren tot beneden haar knieholten, blowden dat het een lieve lust was. Wij van Cobra waren clean en moesten daar niets van hebben.

„Hier, probeer dit maar eens”, zei onze roadie, terwijl hij Craig een stickie aanreikte.
„Wow man, this is really strong”, zei Craig. „What grass is it?”
„It’s carpet, man. It’s carpet”, zeiden wij. Onze roadie had vezels uit het groene tapijt in de studio geplukt en in de sigaret gestopt. Craigs gezicht kleurde ook groen.

Dan de opnames. Gitaren dubbelen? Welnee, dat is veel te zuinig. Craig liet mij vier gitaarpartijen over elkaar spelen. Solozang? Ook weer vier lagen op elkaar. Gitaarsolo? Wacht even, daar gooide Craig zelf nog een lage partij onder.

En het moet gezegd: So Dissatisfied is een leuk liedje en de single belandde in de Top 40. Diesel heeft het live ook nog gespeeld.

Vanwege dat succes zou Craig onze vierde single ook produceren. Hij kwam naar onze repetitieruimte en bracht de zanger van de Amerikaanse band Django mee. Die nam tegen een wand plaats, in kleermakerszit.

Craig keurde ons singlevoorstel goed. We zouden net het arrangement doornemen, toen de man van Django een gul gebaar maakte: „Anybody wants a joint?” Dat viel niet goed bij onze Britse zanger.

„Can you go and sit in the bus?”, zei Winston, die hippies en wiet niet kon luchten of zien.

„Ridiculous!”, zei Craig, stomend van woede. Hij stapte op en ik heb hem nooit meer gezien.

Later hoorden we dat Craig en zijn vrouw op Schiphol waren aangehouden. Ze hadden tijdelijk gewoond boven het kantoor van muziekuitgeverij Red Bullet in Hilversum. Craig vond kennelijk dat opnames die hij had gemaakt, aan hem toebehoorden, dus hij had de banden meegenomen, maar Red Bullet had daar andere ideeën over: wie betaalt, is de eigenaar.

Hoe zou het die bovengemiddeld getalenteerde jongen zijn vergaan? Dat heb ik me jarenlang afgevraagd. Dankzij Google  weet ik inmiddels het antwoord. Craig is dood. Hij heeft op 40-jarige leeftijd een eind aan zijn leven gemaakt. Eeuwig zonde. Vond hij zichzelf mislukt? De details ken ik niet. Maar een mens hoort niet te verdwijnen zonder zelfs maar een vlek achter te laten.

_________________________________

Reageren kan hier.

Vermoorde onschuld

rob rondEr is iemand vermoord. Justitie heeft jou in het vizier. Hoe bewijs je dat jij niet de dader bent?

Dat kan niet. Je kunt hooguit bewijzen dat je op zeker moment elders was. Soms helpt dat, soms niet. Word je bijvoorbeeld beschuldigd van de inzet van een huurmoordenaar, dan sta je als verdachte met lege handen. Plaats en tijd spelen dan geen rol. Bewijs maar eens dat je bij La Place onder het genot van een kopje koffie Balthasar Gerards niet had uitgenodigd om voor een x bedrag je schoonmoeders hellegang te bevorderen.

Verpleegster Lucia de Berk kan ervan meepraten. ‘Bewijs maar eens dat je die zeven kindertjes niet hebt vergiftigd.’

Nou hoef je als verdachte niet te bewijzen dat je iets niet hebt gedaan. Het OM moet bewijzen dat je het wel deed. Dat meende het OM te kunnen doen door allerlei zaken bij elkaar te scharrelen die niets met de sterfgevallen te maken hadden, twee moorden op grond daarvan bewezen te verklaren en vervolgens met statistisch prutswerk tot een ‘schakelbewijs’ te komen: dan zal De Berk die vijf andere moorden ook wel gepleegd hebben.

Tegenover dit soort bewijsvoering sta je als verdachte machteloos. De justitiële machine walst je plat. Vermoorde onschuld is het gevolg. De Berk zat ruim zes jaar achter tralies. En er zijn meer van dit soort missers geweest.

Wie de documentaireserie ‘Making a Murderer’ van Netflix nog niet gezien heeft, moet eerst kijken en dan pas verder lezen. Spoiler alert! Verklapalarm! Sorry moerstaaladepten, maar het Engels wint.

Steven Avery is een simpele ziel die achttien jaar vastzit voor een verkrachting die hij niet heeft gepleegd. Als de echte dader op DNA-bewijs wordt gepakt, komt Avery vrij. Hij wil geld zien van de staat Wisconsin en eist via de rechter een miljoenencompensatie. Dan worden op het terrein van de autosloperij waar Avery woont de zwartgeblakerde resten van een fotografe gevonden. Avery en zijn zwakbegaafde neef Brendan Dassey, 16 jaar toen hij werd opgepakt, krijgen beiden levenslang.

Probeer nu eens te verzinnen wat justitie en de verdediging allemaal fout kunnen doen. Wat juristen in de staat Wisconsin aan ongein uithaalden om Avery en Dassey veroordeeld te krijgen, verzin je niet bij elkaar. En dat weten we precies dankzij twee documentairemakers die het proces van A tot Z op video hebben vastgelegd.

Dezelfde mensen die Avery in 1985 achter de tralies kregen voor de verkrachting die hij nooit pleegde, gaan nu aan de slag om hem wegens moord veroordeeld te krijgen. Het onderzoek gaat omwille van de objectiviteit naar een naburig politiecorps, maar de agenten van het eerste uur blijven zich met de zaak bemoeien en verschaffen zich eigenmachtig toegang tot de autosloperij, waar ze op wonderbaarlijke wijze allerlei vormen van zogenaamd bewijs vinden.

We zien de simpele Brendan Dassey tijdens verhoren antwoorden verzinnen in een poging van zijn opdringerige ondervrager af te komen.
„Wat houd je nog meer achter?”
„Eh…”
De rechercheur hoopt dat Dassey daderkennis prijsgeeft, maar de jongen heeft duidelijk geen flauw benul. Als hij na veel aandringen heeft ‘bekend’ dat hij de keel van de vastgeketende fotografe heeft doorgesneden, vraag hij of hij weg mag, want hij moet naar een cursus.
Aan het eind van zijn geduld begaat de politieman een doodzonde door zelf een cruciaal ‘feit’ prijs te geven:
„Wie schoot haar door het hoofd?”
Dassey: „Dat deed hij.”

Iedereen in de rechtszaal en iedere Netflixkijker ziet een hele serie flaters en goedkope retorische trucs voorbijkomen. Het OM gaat op zijn bek voor het oog van de natie. Maar het maakt niet uit. Het hof is de staat en de staat is de baas en de baas doet wat hij wil.

Onthutsend is hoe het oordeel van de jury de waarheid schept. Tot dat moment eist de objectiviteit dat een verdachte onschuldig kan zijn. Na het vonnis is de tot dusver onpartijdige rechter er plotseling niet alleen ten diepste van overtuigd dat Avery schuldig is, maar oordeelt hij dat de man een zodanig gevaar voor de maatschappij is dat hij levenslang krijgt zonder recht op gratie.

Die houding zie je ook bij de rechters die De Berk vonnisten: in hoger beroep kreeg ze niet alleen levenslang, maar erbovenop – heel ongebruikelijk – tbs met dwangverpleging, om een toekomstige gratieverlening uit te sluiten.

Een ex-vriendin van Avery zegt in de documentaire: „Jij kunt de moord helemaal niet gepleegd hebben, want je kwam bij mij vandaan en er was te weinig tijd.” Nu de serie te zien is, zegt ze verrassend genoeg iets anders: „Hij is gewelddadig en ik denk dat hij schuldig is.”

Uit de serie blijkt dat hij waarschijnlijk onschuldig is, maar zekerheid is er niet. Dat is ook niet de crux van de documentaire. Niemand, schuldig of onschuldig, verdient een rechtszaak zoals je die in totalitaire staten ziet om tegenstanders van het regime uit te schakelen.

Een advocaat van Avery grapt voor de camera tegenover zijn collega dat hij hoopt dat er bij hem in de tuin nooit botten worden gevonden, want vanaf dat moment ben je vogelvrij.

Als dit de wijze van berechting is in een rechtsstaat, kun je net zo goed in Noord-Korea wonen.

_________________________________

Reageren kan hier.

Heimwee

maaike_rond„Soms heb ik heimwee naar een tijd die ik nooit heb meegemaakt”, zei een van mijn dochters eens.
Nostalgie is niet alleen voor oudjes.

De aanloop naar onze recente verhuizing bracht, niet onverwacht, regelmatig heimwee bij mij naar boven. Naar de tijd die ik wél had meegemaakt dan.

Je hele leven gaat je door de stijve handen, de verouderende rug bukt net iets moeizamer onder de balken op zolder en het evenwichtsgevoel op de trap daarnaartoe is ook niet meer wat het ooit was.

Zo neem je, al opruimend, niet alleen afscheid van je spullen en het leven dat erbij hoorde, het is ook een beetje toedeledoki naar een jong en vitaal lichaam.

Inderdaad, het mooie comfortabele huis is jong en heeft alles van een nieuw begin, dat hield ik mij een jaar lang voor ogen. En ja, dat was een troostrijk vooruitzicht. Maar in de noodzakelijke renovatie en verbouwing is mijn lijf niet meegenomen.

Nou had ik behalve de eigen aannemer ook Marijke Helwegen kunnen bellen om naar die van haar te vragen, maar daarvan zag ik af: lichaamsrenovatie vind ik eng, duur, niet mooi en dood ga je toch.

Ik ben heel tevreden nu want ik woon mooi en mijn lijf is ook prima, niks meer aan doen.

In die vredigheid mijmer ik of er een etymologisch verband is tussen memories en mijmeren: gaan mijmeringen uitsluitend over herinneringen? Is peinzen hetzelfde als mijmeren, maar dan met een frons op je voorhoofd? Krijg je heimwee van mijmeren, of mijmer je omdat je heimwee hebt?

Bij mij komt heimwee af en toe zomaar om het hoekje steken.

„Staat bij de voordeur”, zei levensgezel L. toen ik iets zocht in ons nieuwe huis.

Beeld van de deur die decennia lang onze voordeur was: au!

Tevreden zijn met het nu en toch een beetje heimwee hebben: het kan.

______________________________

Reageren kan hieronder of op Facebook.

 

 

 

 

 

 

 

 

#rapefugees

rob rondHoe is dat nou precies gegaan, daar in Keulen? Zoek bij Twitter eens op #köln en #bahnhof. Zonder hashtag mag ook. Bekijk de oogst voor 31 december en 1 januari. Bijzonder mager, terwijl het een hel voor vrouwen moet zijn geweest daar bij dat station met al die dronken vluchtelingen die zich aan hen vergrepen. Probeer ook even #flüchtlingen en #frauen. Niks. Pas na 3 januari meldden sommige media dat #rapefugees trending is.

Meer dan driehonderd vrouwen doen in de dagen erop aangifte van aanranding bij het station van een miljoenenstad onder het toeziend oog van ontelbare voorbijgangers, maar niemand stuurde een tweet? Als een katje niet uit een boom weet te klimmen, loeien de tweets als een tornado. Maar als er aangerand wordt, zet niemand een videootje online?

De Keulse politie meldt aanvankelijk dat de nieuwjaarsnacht zonder problemen verlopen is en komt daar pas naderhand op terug. Een raar verhaal, schrijft Peter Breedveld op zijn website Frontaal Naakt. Breedveld is een journalist met een missie: hij bestrijdt haat jegens moslims en doet daar niet stiekem over. Breedveld twijfelt niet eens: lulkoek, en de reguliere media volgen kritiekloos de officiële lijn.

Voor islamcritici aan de andere kant van het spectrum zijn de gebeurtenissen in Keulen koren op de molen. Zij zien de testosteronbommen aan het werk waar hun geblondeerde hogepriester voor heeft gewaarschuwd.

Er zijn vluchtelingen die de bommen en granaten in het Midden-Oosten en daarna de mensonwaardige omstandigheden in onder meer Turkije zijn ontvlucht. Onder de migranten zijn er, die een twijfelachtige mentaliteit uit hun thuisland meebrengen. Die mentaliteit is al snel twijfelachtig, want zelfs wat in veel van die landen gewoon wordt gevonden, zoals vrouwen discrimineren, is in West-Europa extreem.

Kun je onschuldige slachtoffers helpen en tegelijkertijd ongewenste sujetten weren? Dat is het probleem op de korte termijn. Op de langere termijn spelen er andere zaken. Het eerste probleem is de incompatibiliteit van culturen. Nieuwkomers hebben maar af te blijven van de billen van Sloggi. Het is al erg genoeg dat de Belgen en Zeeuwen daar aanstoot aan nemen.

Wij hebben vluchtelingen nodig voor de arbeidsmarkt. Dat zegt bijvoorbeeld de baas van de Nationale Bank van België. Een aantal jaren geleden kregen we te horen dat er rondom deze tijd een tekort aan arbeidskrachten zou zijn vanwege de vergrijzing. Dat was gelogen, zegt het wantrouwende deel der natie. Ik hou vast aan Hanlons scheermes: ga nooit uit van kwaadaardigheid als domheid de verklaring kan zijn. De bewering dat vluchtelingen nodig zijn om onze economie draaiende te houden valt niet te staven en zet kwaad bloed.

„Wir schaffen das”, zei Angela Merkel meer dan eens, hoewel ze inmiddels wel wat stiller is. „Yes we can.” Ze moet dat zeggen, vindt ze zelf, maar of het klopt, kan ze niet weten. Waarschijnlijk is de wens de vader van de gedachte. Een mooie gedachte, zeker. Wel moet de vluchtelingenstroom worden ingedamd, vindt ook Duitsland. Opvang in de regio en bewaking aan Europa’s oostgrens zijn aangedragen oplossingen.

De toegestroomde vluchtelingen maken maar 0,03 procent uit van de totale EU-bevolking. Een schijntje. Dat kan Bruin goed trekken, hoor je van alle kanten. Zeker nu Bruin welvarend is: we hebben het nog nooit zo goed gehad, hoor je van alle kanten.

Het probleem is dat Bruin dat niet gelooft. Bruin is ontevreden. Bruin roept om drastisch ingrijpen. Drastisch ingrijpen zal Europa drastisch veranderen. Niet ingrijpen ook. Als ik vluchteling in Europa was, ging ik nu heel stilletjes in een hoekje zitten. Dat gaan de vluchtelingen niet doen. Zij eisen luidkeels hun mensenrechten op.

Populistische kreten gaan niet bijdragen aan de oplossing. Oproepen als die van de Keulse burgemeester – ze suggereerde dat vrouwen opdringerige mannen op een armlengte afstand moeten houden – leiden al evenmin tot meer tolerantie. Een teken aan de wand is dat de beste stuurlui, die altijd aan wal staan, het eventjes ook niet meer weten. De crisis zit muurvast en de wolken zijn donker, nu het mennen hapert en Bruin steigert.

_________________________________

Reageren kan hier.

Debatklimaat

maaike_rondFrustratie frustratie! De zoekmachine is helder en duidelijk: mijn woordgrapje klimaatdebat-debatklimaat bestaat al.

Nou, eerst dan maar even over het klimaatdebat – dat van de smeltende ijskappen bedoel ik nu.

De vraag wie de oorzaak is van het toekomstige waterballet – wij, met onze CO₂ of het klimaat zelf, met zijn stemmingswisselingen – is natuurlijk razend interessant.

Maarrrr … Hier volgt een gratis advies: is het niet handiger om gauw te starten met plannetjes die het mogelijk maken dat we met zijn allen op een wat hoger gelegen stukje aarde passen?

Ik bedoel, het smeltpunt maakt het niet uit wat de oorzaak is van zijn wezen, dat gaat gewoon door met van veel ijs nog veel meer water te maken.

Ik hoor het graag.

Nu het andere klimaat, dat van het publieke debat. Moet je dat nou verhit of ijzig kil noemen?

Vóór we dáár nou weer over gaan kibbelen (en dat dan ondertussen de beschaving het water tot de lippen stijgt en de menselijkheid jammerlijk omkomt in modderstromen van elkaar met bagger gooiende zoogdieren met een denkvermogen dat ze niet gebruiken): mijn voorstel is om het onaangenaam te noemen.

En mijn volgende voorstel is om het aangenaam te maken.

Een goed gebruik in de bloeiende ruziesector is het leggen van de verantwoordelijkheid voor onaangenaamheid bij de ander.

Nou kan ik me dat bij een uitspraak als ‘Ik hoop dat u verkracht wordt door een islamiet’ wel een klein beetje voorstellen.

Maar om dan als zelfbenoemde weldenkende op een openbaar forum over de andere club te spreken als ‘overvoed en opgehitst volk dat gewoon eens een tijdje in het donker op een bootje in het IJsselmeer zou moeten dobberen om tot bezinning te komen’, dat vind ik net zo hufterig.

Dus zoiets gaat het hem wat mij betreft niet worden.

Geostrateeg Zbigniew Brzezinski zei:„Onderhandelen doe je met je tegenstander, niet met je vrienden.” En zo is het.

We kunnen veel leren van goede diplomaten, een onderschat beroep.

Ik heb het dus niet over dit soort , maar over bijvoorbeeld Sigrid Kaag, VN-diplomate .

De diplomatieke middenweg is niet slap of laf, die is moedig.

„Ja maar die anderen zijn zo dom!”

Nou én? De zelfbenoemde weldenkende medemens neemt mij een beetje al te makkelijk toevlucht tot de IQ-smoes. Er zijn wel andere gebieden waarop je een medemens kunt aanspreken, ik vind het tamelijk eh.. dom om dat niet te bedenken. Doe je best maar eens een keer, slimpie, het komt je niet allemáál aanwaaien!

O pardon, ik moet zelf ook nog veel leren…

______________________________

Reageren kan hieronder of op Facebook.

Maanziek

rob rondHoe bestudeer je waanzin zonder zelf waanzinnig te worden? Hoe weerleg je onzin zonder zelf onzinnig te worden? Deze ongemakkelijke gedachten dringen zich de laatste dagen regelmatig aan mij op. Geen fijn begin van het nieuwe jaar.

Komt allemaal doordat ik de website Lekkâh ben begonnen. Is de bestrijding van complottheorieën wel goed voor je gezondheid? Kan ik mijn tijd niet beter besteden? Twijfel. Maar twijfel vind ik alleen leuk als die academisch is.

Dan denk ik aan mijn middelste zoon en weet ik dat ik door moet. Hij had het ongeluk om zich op zijn achttiende een psychose te blowen. Overal vermoedde hij webcams, hij gooide ‘geïnfecteerde spullen’ weg, hoorde stemmen, iedereen sprak over hem, dat wist hij zeker. Hij kon, zittend op de bank in de huiskamer, straten verderop horen wat een dochter over hem zei tegen haar moeder.

De medicijnen die hij nu al meer dan tien jaar nodig heeft, zijn geen placebo’s. Net zo min als je er zelfmoord mee kunt plegen, kun je met neppillen schizofrenie bestrijden. En wie denkt dat cannabis een panacee is, een middel dat door een congsi van artsen en farmaceuten wordt doodgezwegen om maar vooral dure medicijnen aan het argeloze klootjesvolk te kunnen slijten, moet maar eens met de GGZ gaan praten. Hoor je ook eens wat anders.

„Niemand heeft het op jou gemunt.” Zo wist ik mijn zoon gerust te stellen. „En de mensen praten niet over jou.”
Vragende blik.
„Weet je waarom niet? De mensen zijn helemaal niet met jou bezig. Ze denken aan zichzelf. Voortdurend. Gelukkig maar, hè?”

Je kunt niet altijd pech hebben. Mijn zoon boft dat hij op momenten van opspelende muizenissen zijn verstand aan kan zetten: klik, er is niemand met mij bezig, iedereen is met zichzelf bezig, mijn gedachten kloppen niet. Op zulke momenten zo kunnen denken is een krachttoer. Het neemt de onrust niet compleet weg. Maar helpen doet het wel.

Mijn zoon wíl geholpen worden. Maar er zijn ook patiënten die niet beseffen dat ze ziek zijn. En wie niet ziek is, weigert hulp. Wel eens geprobeerd hulp op te dringen?

Mijn zoon heeft voor zijn paranoia een excuus: hij is maanziek. Complotdenkers hebben dat excuus niet. Dat vind ik en dat vinden ze zelf ook. Sterker nog, ze vinden zichzelf beter, slimmer dan stumpers die weigeren in te zien dat de Amerikanen nooit op de maan zijn geweest, dat er door sinistere figuren achter de schermen hard wordt gewerkt aan de nieuwe wereldorde die alle regeringen op aarde gaat vervangen en de hele mensheid tot slaaf zal maken. Wie dat niet inziet, heeft juist hulp nodig. Of moet ontmaskerd worden als deelnemer aan de grote samenzwering.

Argwaan is een nuttige eigenschap. De mens vindt vele gevaren op zijn pad. Wat ritselt in het struikgewas? Ligt er een roofdier op de loer? Wil een vijand mij te grazen nemen? En wat zijn die lui daarginds onder elkaar aan het smoezen? Hebben ze het over mij? Jawel Caesar. „Ook gij, Brutus, mijn zoon.”

Een bewezen samenzwering vinden complotdenkers niet interessant. Het gaat om de grote, onbewezen complotten, om snode, wereldomvattende plannen die zij wél in de gaten hebben en de onbenullen van deze wereld niet.

„Kijk hier toch eens, de foto’s van de maanlanding kloppen niet, dit is kunstlicht, geen zonlicht. En hier dan, dit voorwerp is er gewoon bovenop gemonteerd. Zie je dat dan niet? En de straling onderweg, die zou de astronauten hebben gedood. Bovendien is het op de maan te heet. En te koud. Die beelden van de landing zijn in Hollywood gemaakt.”

Uitleg van experts over de samenstelling van lenzen, licht en donker op de maan met zijn nabije horizon, het geringe stralingseffect, het verschil tussen grond- en omgevingstemperatuur, bereikt de dovemansoren van de complotdenkers niet. Elke ontkenning is een bevestiging: de experts zitten ook in het complot.

Als argumenten niet helpen, waarom dan nog moeite doen?

Zie het als een service aan de twijfelaars. Het woord vraagt om een weerwoord. En als ik het complotdenkers iets moeilijker kan maken, hebben ze misschien niet zo gauw in de gaten wat ík aan het uitspoken ben.

_________________________________

Reageren kan hier.