Maandelijks archief: december 2015

Nieuws

maaike_rond‘Hond van de koning overleden’ rolt er langs mijn scrollend oog, terwijl ik de Volkskrant online lees.

Mijn op nieuws ingestelde geest leest trouwens eerst ‘overreden’, dát is pas nieuws, toch? En ik denk: ‘Huh? Ik dacht dat die hond met wie ik Máxima laatst in De Horsten zag lopen van háár was!’

Goed lezen, De Rijk! Ten eerste: de betreurde is gewoon in het paleis van het baasje overleden, op 17 -jarige leeftijd. Ten tweede: niet in Wassenaar, maar in Thailand, waar hij zijn leven begon als zwerfhond. Een soort American dream, maar dan in Azië.

Nou én, zult u zeggen. Heeft de klimaatverandering behalve smeltende ijskappen nu ook komkommernieuws in de winter tot gevolg?

Ik denk van niet. De Volkskrant was vanwege de kersttijd en het nieuwe jaar druk op zoek naar nieuws  waar nu eens géén stortvloed aan meningen en ruzies over kon losbarsten. Nieuws waarover we elkaar als natie nou eens níet in de haren zouden vliegen. Gewoon een nieuwtje waarover we niet binnen een mum van tijd de club ‘Oprecht verontwaardigden’ tegenover de club ‘Bezorgde burgers’ een wedstrijdje polariseren zien spelen van heb ik jou daar.

Met andere woorden: de krant wil ons even afleiden van de Zwarte-Pietdiscussie, het vluchtelingenvraagstuk, terrorisme en het al dan niet duidelijke verband daartussen.

En toen wierp de hond van koning Bhumibol zich op als reddende engel en ging dood.

Ik ben er echter niet gerust op of het gaat lukken, mensen, met die afleiding.

We hebben hier namelijk te maken met meningenverslaving. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe groot het aantal meningverslaafden in Nederland is, maar de overlast is in elk geval groot.

Verslaafden doen, zoals u weet, echt álles om te kunnen scoren. En als ervaringsdeskundige – wel aan het afkicken, hoor – zie ik hier enorme risico’s voor hoogoplopende discussies.

Te weten, in willekeurige volgorde:

  • het koningschap, hier ten lande, in Thailand en elders, met de onderlinge betrekkingen tussen die kliek monarchen die niet democratisch te controleren zijn;
  • ontwikkelingshulp die natuurlijk weer verkeerd terecht komt – Thailand is toch zo’n arm land en kijk nou eens waar dat geld terechtkomt, terwijl míjn hond gewoon in een eengezinswoning moet doodgaan;
  • het plaatsen van dit nieuws in een kwaliteitskrant als de Volkskrant – ik had van mijn krant beter verwacht, als het nou de Telegraaf was geweest;
  • stuitende hypocrisie – diplomatieke betrekkingen onderhouden met landen waar één hond voorgetrokken wordt en het beter heeft dan andere honden. En dan mensen.

De Mening eindigt natuurlijk met De Verzuchting.

Het komt allemaal door (aanvinken wat voor u het meest van toepassing is):

☐ de banken
☐ de godsdienst
☐ het kapitaal
☐ seksisme
☐ racisme
☐ egoïsme van de mens
☐ ongelijkheid in de wereld
☐ domheid van anderen
☐ het klimaat

Dat laatste is het wat mij betreft, want ik word best wel chagrijnig van rotweer en dan is de wereld ook meteen verrot.

Maar misschien valt het mee en blijft het verder gepast stil rond de overledene.

Mijn goede voornemen voor 2016 is om nu verder af te kicken van het fabriceren van allesomvattende meningen die andere meningen uitsluiten.

Een hele uitdaging voor een blogger, ja. In 2017 laat ik me testen of het gelukt is. Door u.

In ieder geval een vreedzaam 2016!

______________________________

Reageren kan hieronder of op Facebook.

Lekkâh

rob rondZekerheid is de aartsvijand van het geloof. Om maar meteen de grootste koe bij de horens te vatten: je kunt niet in God geloven als je zeker weet dat Hij bestaat. Hetzelfde geldt voor de duivel. Die laatste kijkt wel uit om zich te vertonen. Als hij dat doet, ben je ook zeker van het bestaan van de andere helft van het illustere duo. En ons opperwezen wil dat niet. Die geeft de voorkeur aan verstoppertje spelen. Zijn echtgenote Asjera houdt Hij ook liefst voor ons verborgen. De samenstellers van de Statenbijbel hebben haar naam braaf buiten het boek gehouden.

Moslims willen die zekerheid over Allah ook niet. Stel je de ellende van de sjiieten eens voor als de soennieten gelijk hebben. En omgekeerd. En het gelijk van de christenen is al helemaal onbestaanbaar. Juist het gebrek aan zekerheid is een prachtig wapen. Dankzij het geloof kan iedereen prat gaan op zijn eigen gelijk. ‘Onze God is de beste.’

Het omgekeerde geldt ook: geloof is de aartsvijand van de zekerheid. Dat valt heel mooi af te lezen aan de reacties van de gemiddelde complotdenker. Weiger je te geloven dat de CIA achter de aanslagen van nine-eleven zat? „Slaap maar lekker verder”, is ongeveer het mildste wat je kunt verwachten. ‘Trol’, zo noemde een Facebookvriend mij, insinuerend dat ik voor de CIA of de AIVD werkte. Ik heb hem daarop van mijn vriendschap verlost.

Een muzikant loosde mij juist, omdat ik weigerde zoals hij Amerika als bron van alle ellende te zien. En zo ben ik nog wat vrienden kwijtgeraakt die ik kennelijk dodelijk had beledigd omdat ik hun paranoïde visie op de wereld niet deelde. Waarbij je je natuurlijk kunt afvragen of iemand die je kwijtraakt ooit een vriend was.

Nooit had ik vermoed hoeveel  mensen in al die onzin geloven zonder de sociale media, die het vuurtje ook aanwakkeren. Ik had dan nooit geweten hoe kennis omtrent het succes van huis-tuin-en-keukenmiddeltjes tegen kanker, zoals honing, door een congsi van farmaceuten en medici van het publiek wordt weggehouden, bang als die graaiers zijn dat dat ze dan de riante inkomsten van hun medicijnen gaan mislopen. Of hoe op de achtergrond vrijmetselaars en de Illuminati aan de touwtjes trekken. Zelfs Hitler werkte met die lui samen. Hoe de aanslagen in Parijs een valsevlagoperatie waren van de Franse regering. En de schutters in het Amerikaanse San Bernadino hun actie ook niet zomaar uitvoerden. Daar zaten lieden achter die de moslims in diskrediet willen brengen. Of mensen die wapens aan banden willen leggen. Kies maar uit.

Lachen toch, al die aluhoedjes? Een ex-collega die bij mijn oude krant werkte, kan er de humor wel van inzien, meldde ze via Facebook. Toch vallen er fenomenen waar te nemen die minder op de lachspieren werken. Zoals het postmodern opkloppen van paranoia, als een soort nieuw opium van het volk, waartoe de Russische media zich laten aansporen vanuit het Kremlin. Waarbij zo veel versies van de MH17-ramp de wereld in worden gestuurd dat Poetin zijn favoriete variant nóg gemakkelijker aan het eigen volk kan slijten. Welke variant dat is, staat nog niet vast, op één element na: Rusland is onschuldig.

„Mensen geloven wat je hun vertelt”, zegt in de film ‘Catch me if you can’ hoofdrolspeler Leonardo DiCaprio als de zwendelaar Frank Abagnale. Afgelopen week hoorde ik Erik ‘Spinvis’ de Jong op de radio vertellen hoe hij kan zwabberen als hij eerst iemand overtuigend een standpunt hoort verdedigen en later iemand anders juist het tegenovergestelde standpunt. Begrijpelijk. Je kunt niet overal expert in zijn.

Complotdenkers grossieren in onzinwebsites. Tegengas krijgen ze te weinig. Ik ga ook maar eens wat tegensputteren. Er staat nog maar één verhaal op mijn nieuwe site Lekkâh, maar de komende weken ga ik er eens flink tegenaan. Doorwrochte bijdragen van lezers zijn welkom. Als de inhoud maar van redelijk falsificeerbaar gehalte is. Kom je aan met witte zwanen alsof zwarte niet bestaan? Ja, lekkâh!

_________________________________

Reageren kan hier.

Verkeerspolitie

rob rondHet is 09.00 uur in de ochtend. Stepan heeft een zware dag voor de boeg: hij wil zijn auto laten uitschrijven uit de registratie van de GAI, de Russische verkeerspolitie. Pas als dat is gebeurd, mag hij zijn auto verkopen.

De GAI in Stepans eigen woonplaats Vidnoje houdt zich niet bezig met de registratie van auto’s, daarvoor moet hij naar Podolsk. Beide gehuchten liggen in het district van Moskou, op ongeveer 40 kilometer van elkaar.

De GAI van Podolsk is krap behuisd in een gebouwtje van twee verdiepingen. Ervoor ligt een ontzettend klein pleintje met daarop ontzettend veel auto’s. Stepan vindt met veel moeite een plaatsje voor zijn auto.

In het kantoor staat een rij. Stepan wacht zijn beurt af en haalt opgelucht adem als de vrouw achter het loket zegt dat zijn papieren in orde zijn. Nu moet hij naar buiten, naar de inspecteur.

Op het pleintje lopen allemaal mensen heen en weer. Zij zijn op zoek naar de inspecteur. Die wordt na lang zoeken gevonden. Hij drinkt thee op de tweede etage.

„Wij eh…”, begint een van de autobezitters voorzichtig.
„Naar jullie plaatsen”, blaft de inspecteur. „Wacht daar op mij.”

Het is 11.00 uur als de inspecteur naar buiten komt. Stepan stormt op hem af.
„Kameraad inspecteur, ik hoef alleen maar…”
„Waar staat je auto?”
Stepan wijst hoopvol naar de plaats waar zijn auto staat.
„Naar je auto, en houd je gedeisd!”

De inspecteur doet zijn ronde, Stepan is het laatst aan de beurt.
„En waar moet dit stuk stront naartoe?”
„Bedoelt u mij of de auto?”, vraagt Stepan.
De inspecteur vertrekt geen spier. Stepan zegt dat hij de auto wil verkopen.
„Technisch paspoort.”
Stepan overhandigt het technisch paspoort.
„Je hebt de laatste autokeuring overgeslagen. Naar kamer 7!”
„Hoe kan mijn auto nu gekeurd worden? Hij is één en al roest en…”
„Naar kamer 7!”

Kamer 7 blijkt het kantoor van de chef van de GAI te zijn. De deur zit op slot. Na enige tijd wordt de deur geopend en komt een vrouw naar buiten. Even later volgt de chef. Hij kijkt naar Stepan en fronst zijn wenkbrauwen.
„Waarom ben je niet geschoren?”
Stepan spelt de chef op de mouw dat hij over drie dagen naar Oostenrijk gaat en dat hij zich daarom niet mag scheren. De chef toont zich tevreden met dit antwoord.
„En waar kom je voor?”
Stepan zegt dat zijn auto de laatste keuring niet heeft ondergaan.
„O, dan moet je niet bij mij zijn, maar bij de wachtmeester”, zegt de chef.

Stepan zoekt de wachtmeester op en legt hem uit wat er aan de hand is.
„O, dan moet je niet bij mij zijn, maar bij de GAI in de eigen woonplaats”, zegt de wachtmeester.

Om 14.00 uur is Stepan bij de GAI in zijn woonplaats Vidnoje.
„Wij werken vandaag maar tot 14.00 uur”, zegt de inspecteur daar.
„Over drie dagen vertrek ik naar Oostenrijk”, zegt Stepan, „help me alstublieft met de keuring en ik breng iets voor u mee, een televisie, een recorder, wat u maar wilt.”
„Vooruit dan. Maar eerst ga je naar de bank om voor de keuring te betalen, plus een boete omdat je je auto niet op tijd hebt laten keuren.”

Een half uur later is Stepan weer terug bij de GAI. De inspecteur vergelijkt de nummers van de auto met die in het technisch paspoort en zegt dat alles nu in orde is. Stepan kan gaan.
„Ja, maar u moet nog een aantekening maken in het paspoort over de technische staat van mijn auto”, zegt Stepan.

Op dat moment komt net de chef naar buiten.
„Geen aantekeningen in het paspoort”, zegt de chef. „Ga maar naar de souschef om een akte op te laten maken.”
„Waarom een akte opmaken?”, zegt de souschef in zijn kantoor, „ik maak wel een aantekening in het technisch paspoort.”
Stepan is stomverbaasd. „Uw chef heeft me net gezegd dat hij geen aantekeningen in het paspoort maakt.”
„Hij niet, ik wel”, zegt de souschef.

Om 16.00 uur is Stepan weer terug in Podolsk. De inspecteur zegt dat alles in orde is. Stepan moet naar de tweede verdieping om zijn kentekenplaten in te leveren. Hij klopt op het loket, dat gesloten is.
„Je hoeft niet te kloppen”, zegt iemand in de rij wachtenden. „Over een half uur gaat het loket weer open.”

Een half uur later gaat het loket inderdaad open.
„Ik wil mijn kentekenplaten inleveren”, zegt Stepan als hij aan de beurt is.
„Technisch paspoort.”
Stepan geeft het technisch paspoort.
„Persoonlijk paspoort.”
Stepan geeft zijn paspoort.
„Op wiens naam staat de auto?”
De auto staat op naam van Stepans echtgenote.
„Deze machting is niet in orde.”

In de machtiging staat dat Stepan door zijn vrouw is gemachtigd tot het verrichten van ALLE handelingen met betrekking tot de auto.
„Deze machtiging accepteren wij niet. U moet een machtiging hebben waarin staat dat u de verkoop van de auto is toevertrouwd.”

Het is 17.00 uur. Stepan is moe en gaat naar huis. Het is nog steeds 40 kilometer naar Vidnoje. Vandaag is het niet gelukt de auto uit de registratie van de verkeerspolitie af te voeren.

_________________________________

Reageren kan hier.

School

rob rondEigenlijk ging het op de lagere school al vrij vlot mis. Zo heette de basisschool toen, maar op een gegeven moment voldeed die benaming niet meer. De vooruitgang hou je niet tegen.

Juffrouw Nederhelman, zo heette mijn eerste juf. En ze deed haar naam eer aan: ze liep met een stokje door de klas en als je tijdens de leesles niet met je vinger aanwees waar een of andere stamelende kruk zat met voorlezen, kreeg je een venijnige tik op je vingers. Aan het eind van dat eerste jaar trouwde de juf en mocht ze niet meer werken. Dat waren nog eens tijden.

Het ging mis omdat ik me verveelde. Ik was altijd als eerste klaar met het dagelijkse rekenproefwerkje en haalde negens en tienen. Alleen Betsy Hoekstra was beter. Ik ben benieuwd wat er van haar geworden is, maar Google biedt geen uitkomst. Iemand? Tijdens mijn jaren op de Leerschool aan de Van Nispenstraat in Nijmegen bestond, in mijn herinnering, mijn hoofdactiviteit uit het bestuderen van de blauwe lucht door het raam.

Toen ik een jaar of tien was, liep ik met mijn vader langs een gebouw op de hoek van de Van Schevichavenstraat en de Oranjesingel. Op de gevel staat nog steeds: Gymnasium.

„Daar gaan de knapste leerlingen naartoe”, zei mijn vader. Dan ga ik daarnaartoe, dacht ik. En zo geschiedde.

Ook aan deze school, waar de ‘elite’ van Nijmegen naartoe ging – Sweder van Wijnbergen, Kees Vendrik – en waar na mij Frank Boeijen, Thom de Graaf, Kysia Hekster en Maud Mulder op zaten – bewaar ik weinig goede herinneringen.

Vlak na de oorlog was er een lerarentekort. Het waren hoogtijdagen voor zij-instromers. Zo was er een meneer De Vries, een indo, die officier in het leger was geweest en nu de kinderen kwam drillen. Dat deed hij op een heel speciale manier.

„Kom naar het bord en bereken de oppervlakte van dat trapezium”, zei hij. De radeloze leerling liet hij ploeteren. Zelf zong hij onderwijl: ‘O mijn lieve Augustijn.’ Het slachtoffer mocht pas gaan zitten nadat het met de grond gelijk was gemaakt.

Ook heel origineel pakte meneer Kerpel de zaak aan. Hij was leraar biologie, wat toen ‘natuurlijke historie’ heette. ‘Natte his’, zeiden wij. Hij begon de les met een mondelinge overhoring waarvoor iedereen bang was, vooral ook omdat voor het rapport dat cijfer even zwaar woog als een proefwerk. Een les eerder had hij het over beren gehad.

„Frans, kom maar voor de klas.”

Daar ging Frans, het noodlot tegemoet.

„En Frans, hoe gaat het met de beren?”

„Goed meneer.”

„Gaat zitten, een twee.”

Voor Frans was het zijn laatste jaar op die school. Voor Kerpel het laatste jaar van zijn leven. God straft niet alleen onmiddellijk.

Iemand moet de slechtste leraar aller tijden zijn. In mijn beleving gaat de beker naar meneer Schonk, leraar Nederlands. Toen ik nog in de eerste klas zat en rector Prins de scepter zwaaide, kwam Schonk elke eerste les te laat. Dat was afgelopen toen Prins dood was en Schutter de scepter had overgenomen.

Van Schonk heb ik in al die jaren maar één ding geleerd en wel dat de constructie ‘na dat gedaan te hebben’ een verwerpelijk latinisme is. Waarvoor dank. Hij leerde je niet hoe je een opstel moest schrijven, liet ons dat wel doen en gaf het werk pas een half jaar later terug, als je niet eens meer wist wat je geschreven had. Hij pestte een klasgenoot tot huilens toe omdat haar vader zijn huis niet aan hem, maar aan een ander had verkocht. Hij sneerde naar een ander klasgenootje dat haar vader, een PvdA-prominent en hoogleraar, een nepsocialist zou zijn, gezien de villa waarin hij woonde. Fijne leraar, meneer Schonk.

Dan Zwiebel, die gym gaf. Deze onderwijskundige heeft een bijzondere rol in mijn leven gespeeld. Het begon met een bevel van rector Schutter, in 1967: „Naar de kapper!” Voor de zoveelste keer. „Nee”, zei ik ditmaal. Ik werd geschorst. Dat was vlak voor de gymles. Ik ging mijn Hondabrommertje pakken en hoorde gebonk op de ruit. Dat was Zwiebel, wist ik, vanuit het gymlokaal, waar de jongens uit mijn klas in looppas rondjes draaiden, de langste voorop. Wie verzint dat, de langste voorop, zodat alleen die slungel goed zicht heeft? Maar ik negeerde Zwiebel en zijn gebonk, want ik was geschorst. Bonk, bonk. Ik ging door met negeren. BONK, BONK, BONK! Ik dacht: nou zal ik maar kijken, anders gaat die ruit eruit.

Zwiebel wenkte. Vanuit de fietsenstalling schudde ik nee. Hij kwam naar buiten rennen en schreeuwde: „Vunderink, kom hier!”

Flikker op, dacht ik. Ik ben geschorst. Ik schudde opnieuw nee en reed weg.

„Je had gelijk”, zei klasgenoot Evert-Jan, „maar je bent wel van school af.” Inderdaad, Zwiebel hield elk gesprek af en Schutter maakte zijn naam waar. Ik was van school af.

Aan zulke dingen moet ik denken als ik vandaag de dag lees over ons huidige, tekortschietende onderwijs. Zijn leraren nog steeds zo akelig? Ik kan het me niet voorstellen.

Merkwaardig genoeg weten studenten nu vaak niet, maar ik wel wat een beperkende en een uitbreidende bijzin is. Heb ik trouwens niet op het gymnasium geleerd, maar op de lagere school. Dankzij het gymnasium weet ik dit nog: ‘Quamvis sint sub aqua, sub aqua maledicere temptant’. ‘Quamquam sunt’ mag ook. Zoek maar op op internet.

Was het onderwijs vroeger beter? Ik weet het niet. Dan tot slot: als de hierboven vermelde namen lijken op werkelijk bestaande personen, is dat geen toeval.

_________________________________

Reageren kan hier.

Heldere lichten

rob rondGoeie morgen, kan ik sojazaad van u kopen?
„Jazeker, graag zelfs. De verkoop is waar we het voor doen.”
En met die zaden mag ik doen wat ik wil?
„U mag zaaien, oogsten, doorverkopen, net wat u wilt, op één ding na.”
Wat mag ik dan niet?
„Het is niet toegestaan zelf zaden te produceren uit de oogst van onze sojabonen.”
Waarom mag dat niet?
„De verbeteringen die wij hebben doorgevoerd, kosten handenvol geld. De terugverdientijd duurt jaren. Als we die tijd niet krijgen doordat iedereen zelf aan het telen slaat, kunnen we de tent beter meteen sluiten. Dan is het tegelijk ook afgelopen met de gewassenverbetering.”

Ja maar, niet ik produceer dat nieuwe zaad, dat doet de plant zelf. Gaat u die plant dan verbieden dat te doen?
„Nee, maar u mag dat nieuwe zaad niet gebruiken.”
Hoe wou u dat tegengaan dan?
„Uiteindelijk via de rechter. Wij hebben een patent.”
Wat? Een patent op een plant? Dus alle soja is voortaan van u?
„Nee hoor, niet alle soja, alleen onze speciale soja. U bent niet verplicht om die te kopen. U mag andere, vrije soja gebruiken.”

Boer Vernon Bowman uit Indiana probeerde met listen en lagen onder het patent van veredelaar Monsanto uit te komen, maar verloor bij de rechter.

„Verschrikkelijk nieuws voor groenten, en dus voor ons allemaal”, riep Arjen Lubach al eerder op tv. „Onze hele voedselvoorziening kan instorten.”

Lang leven de sociale media! Zonder Twitter en Facebook had ik nooit geweten hoe dicht de wereld bij de rand van de afgrond staat. Allemaal door slechte mensen. Die broccoli en andere groentes patenteren. En die de genezing van kanker zouden dwarsbomen – ‘genezing die allang mogelijk is’ – om maar vooral dure medicijnen te blijven slijten. De dokters zouden ons expres niet vertellen dat je ‘ver gevorderde terminale longkanker’ kunt genezen door olie van kokos en cannabis te combineren. Paardebloem zou ook fantastisch werken. Of de nieuwste remedie: honing.

Dit soort waanideeën vind je op de website van World Unity, waar ze er prat op gaan altijd weer ‘de waarheid’ boven tafel te krijgen. En ook met het bericht komen over een comité dat volgend jaar een Monsanto-tribunaal wil houden. Zo ontsnappen we misschien toch nog aan de hongerdood.

De genieën van World Unity ontmaskeren boeven aan de lopende band. En wist je dat er nieuw bewijs is van samenwerking tussen Hitler en de Illuminati? Dat Nostradamus de opkomst van IS voorspelde?

Ook een mooie: de Duitse topjournalist dr. Udo Ulfkatte geeft toe wat de bezoekers van World Unity allang weten: ‘De gehele mainstream media is totaal nep!’ Opvallend hoeveel moeite de allesweters van World Unity hebben met de Nederlandse taal. Ulfkotte meldt dat de CIA alle belangrijke journalisten onder controle heeft.

Dat doet me onmiddellijk denken aan Karel van het Reve, die de vraag kreeg voorgeschoteld of de beschuldiging klopte dat hij voor de CIA werkte. Van het Reve: „Dat mogen wij niet zeggen.”

Ulfkotte doet zijn ontboezemingen op RT – Russia Today, de tv-zender van de Russische overheid die het postmodernisme in de praktijk brengt. Het postmodernisme stelt dat er niet maar één waarheid is, dat er vele waarheden zijn. De Russen brengen dat in praktijk door de ene keer te vertellen dat de MH17 is neergehaald door een Oekraïense raket, dan weer door een Oekraïens vliegtuig, of dat het Maleisische vliegtuig vol lijken zat of dat Kiev een vliegtuig met Poetin aan boord had willen neerhalen. Op het laatst weet niemand meer wat ie moet geloven en gelooft ie wat hij zelf het prettigst vindt. Resultaat: het publiek misleid, de journalistiek in diskrediet, missie geslaagd.

Wie de geheime machinaties van Illuminati, vrijmetselaars, de CIA, het Witte Huis, multinationals, farmaceuten en andere snoodaards wil doorgronden, kan terecht bij Micha de Kat, World Unity, globalresearch.ca en meer van dat soort heldere lichten.

Ga ik snel even een broccolisoepje eten zolang het nog kan.

_________________________________

Reageren kan hier.